10.3 Relaties

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

10.3 Relaties deel 1

Planning

Uitleg wat we gaan doen deze les

Praten over verschillende onderwerpen

Opdrachten maken 

Leerdoelen 

Je kunt uitleggen welke relaties er zijn en welke normen en waarden je daarbij kunt hebben

Je kunt drie soorten liefdesrelaties opnoemen en uitleggen

Je kunt beschrijven wat geslachtsgemeenschap is en hoe je seksueel opgewonden raakt

Uitleg wat we gaan doen deze les

Deze les staat in het teken van relaties

We gaan het deze les dan ook praten over alles wat met relaties te maken heeft en wat daarbij komt kijken

Hierdoor zien we aan het einde van de les dat iedereen anders is en andere meningen heeft

Uitleg wat we gaan doen deze les

Zorg er dus voor dat het respectvol blijft en je niemand kwetst

(Noemen dat iemand in de war is als het gaat over gender kan als kwetsend ervaren worden) 

Hoe zouden we dit minder kwetsend kunnen maken?

Als je iets wil toevoegen of een vraag wil beantwoorden steek je je vinger op zodat we niet door elkaar heen gaan praten

Context relaties

Je kan verschillende typen relaties tussen mensen hebben

In het boek worden er 6 genoemd

Familieleden

Gezin

Kennissen 

Klasgenoten en docenten

Buurtgenoten

Leden van een club

Context relaties

Met wie je omgaat en hoe je met iemand omgaat hangt af van normen en waarden

Waarden geven aan wat jij belangrijk vind bijvoorbeeld trouw of eerlijk zijn

En een norm sluit hier op aan, bij trouw hoort je vrienden niet in de steek laten en bij eerlijkheid niet liegen

Context relaties

Per relatie zullen de waarden en normen dus verschillen

Als jullie naar jezelf kijken zie je dan een duidelijk verschil in de waarden en normen die je hebt tussen je vrienden?

Wat voor verschillen zie je tussen de waarden en normen die je hebt tussen vrienden en je familie?

Context relaties

Stel je bent verliefd op iemand, wat is dit dan precies?

• Wat maakt verliefd zijn anders dan vrienden zijn?

• En is verliefd zijn weer anders dan in een relatie zitten?

Context seksualiteit

Iedereen kan verliefd worden er zijn 3 typen liefdesrelaties

Jongens op meisjes of andersom (heteroseksueel)

Jongens op elkaar (homoseksueel)

En meisjes op elkaar (homoseksueel of lesbisch)

Of je valt op beide geslachten en dan ben je biseksueel

Context seksualiteit

Niet overal wordt even veel aandacht besteed aan homoseksualiteit 

In het volgende filmpje wordt uitgelegd waarom dit wel belangrijk is

Ook hoor je verschillende kinderen hun mening geven, hier gaan wij na het filmpje over praten

Context seksualiteit

De school in de video besteed vanaf groep 1 al aandacht aan gevoelens en verliefdheid, wat vinden jullie hiervan?

Context seksualiteit

1 op de 3 scholen heeft het dus niet over homoseksualiteit, wat vinden jullie daar van?

• Is het belangrijk dat elke school de kennis over seksualiteit meegeeft aan de leerlingen, waarom wel of niet?

Context seksualiteit

Niet iedere leerling durft aan te geven dat hij/zij homoseksueel is

Wat vinden jullie hiervan?

10.3 Relaties deel 2

Planning

Verder met de gesprekken van vorige week

Opdrachten maken 

Leerdoelen 

Je kunt uitleggen welke relaties er zijn en welke normen en waarden je daarbij kunt hebben

Je kunt drie soorten liefdesrelaties opnoemen en uitleggen

Je kunt beschrijven wat geslachtsgemeenschap is en hoe je seksueel opgewonden raakt

Uitleg wat we gaan doen deze les

Na vorige les zijn een aantal dingen opgevallen

Jullie kunnen allemaal erg goed nadenken over moeilijke onderwerpen die met seksualiteit te maken hebben

Jullie mening kunnen jullie netjes delen

Uitleg wat we gaan doen deze les

De afspraak die hebben gemaakt is niet erg goed gevolgd helaas..

Het opsteken van je hand als je wat wil zeggen is erg belangrijk 

Uitleg wat we gaan doen deze les

Dus deze les spreken we echt met elkaar af dat je eerst je vinger opsteekt voordat je wat zegt

Op deze manier luisteren we naar elkaar en heeft iedereen de mogelijkheid wat te zeggen

Context seksuele activiteit onder jongeren

Mocht je uiteindelijk een relatie hebben kan het voorkomen dat je een keer seks gaat hebben (de officiële term is geslachtgemeenschap)

Hierbij kunnen beide partijen een hoogtepunt bereiken en klaarkomen, ook wel een orgasme krijgen

Context seksuele activiteit onder jongeren

Dit heeft als functie voortplanten

Maar geeft daarnaast ook een fijn gevoel tussen 2 personen

Context seksuele activiteit onder jongeren

Naast het krijgen van een orgasme door geslachtsgemeenschap kan je dit ook zelf opwekken

Dit gaat aan de hand van masturbatie

Context seksuele activiteit onder jongeren

Context seksuele activiteit onder jongeren

We gaan even door met relaties

Want relaties brengen veel met zich mee en kunnen erg spannend zijn

Helaas hoor je niet altijd positieve verhalen over relaties

Context grenzen aangeven

Grensoverschrijdend gedrag komt steeds vaker voor

Context grenzen aangeven

Wat is nu precies grensoverschrijdend gedrag?

Context grenzen aangeven

In een relatie durft niet iedereen altijd zijn/haar grens aan te geven

Waarom zou dit zo zijn?

Context grenzen aangeven

Wanneer is iets eigenlijk niet fijn en hoe geef je dit aan?

Denk aan aanraking, de een vind het al vervelend als hij/zij aangetikt word op zijn of haar schouder

Context internet

Internet is een plek waar veel mogelijk is

Denk aan informatie opzoeken of grappige video's bekijken

Met de opkomst van verschillende apps en websites komen ook gevaren mee

Context internet

Als jij een profiel aanmaakt op een app of website, kan iedereen hier toegang tot hebben en dit bekijken

Iedereen kan je ongewild berichten sturen

Context internet

Wat voor gevaren kan je tegenkomen op het internet?

• Wat vinden we er van dat iedereen zomaar een account op een website of app kan aanmaken?

Context internet

Hoe ga je er mee om als je lastig wordt gevallen via het internet?

Maken vragen

Maak de volgende vragen van 10.3 1, t/m 5, 7 t/m 10 en 12 t/m 17

Werk gedurende de eerste 5 minuten zelfstandig in stilte

Deze les af: 1 t/m 5

Noem 3 typen liefdesrelaties

Welke relaties zijn er (noem er 2)
En hoe kunnen de normen en waarden tussen deze relatie verschillen?

Eind van de les

Wat ging goed deze les?