07/12/2022 2B Variatie in zinsopbouw - column schrijven




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

LESPROGRAMMA
Lesuur 1 
  • Huiswerk nakijken: Nieuw Nederlands - Opdrachten 1 t/m 4 (blz. 89)  en definitieve e-mail inleveren in je portfolio
  • Formuleren: variatie in zinsopbouw

Lesuur 2
  • Schrijven: column





Slide 3 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling

1. De bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld:

De nieuwe speler| is |in onze wijk| komen wonen.
nieuwe = bijvoeglijke bepaling bij speler (welke/wat voor speler?)
onze = bijvoeglijke bepaling bij wijk (welke/wat voor wijk?)
Bij een zelfstandig naamwoord kan meer dan één bijvoeglijke bepaling staan.

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk nakijken
  • Nieuw Nederlands - Opdrachten 1 t/m 4 (blz. 89) -> antwoorden staan in SOM
  • E-mail uploaden in je portfolio

Slide 5 - Diapositive

Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

2. De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

De bijwoordelijke bepaling als zindeelstuk (=ondergeschikte bijwoordelijke bepaling) zegt iets van een ander woord dan een zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld:
Ik vond het boek erg spannend.
erg = bijwoordelijke bepaling bij spannend (geen zelfstandig naamwoord)
In een bijvoeglijke bepaling kan een bijwoordelijke bepaling staan.








Slide 6 - Diapositive

Opdracht
O = Onderwerp
P = Persoonsvorm
A = Ander zinsdeel

Slide 8 - Diapositive

LESUUR 2
Column

Slide 9 - Diapositive

Aan welke van de volgende kenmerken kun je een column herkennen?
  • Een column is kritisch met een humoristische ondertoon
  • Een column bevat de mening van de schrijver
  • Een column gaat over een herkenbaar onderwerp
  • Een column probeert de lezer te verrassen

Slide 10 - Diapositive

Tekstsoort

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo


A
Dit is een column, want er zit humor en overdrijving in.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten

Slide 13 - Quiz


A
Dit is een column, want het gaat over een bekend probleem.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten.

Slide 14 - Quiz


A
Dit is een column, want het gaat over een bekend probleem.
B
Dit is geen column, want het stuk bevat alleen feiten.

Slide 15 - Quiz

OPDRACHT: 
Ga op zoek naar een column die jou aanspreekt
  • Is de column persoonlijk?
  • Bevat de column de mening van de schrijver?
  • Gaat de column over een herkenbaar probleem?
  • Is de column kritisch?
  • Is de column verrassend?
  • Bevat de column humor?
  • Zet de column je aan het denken?
Neem de column aanstaande vrijdag mee naar de les

Slide 16 - Diapositive

Structuur column:
Inleiding (1 alinea)
 Spannende binnenkomer
 Onderwerp noemen
 Mening geven

Kern (2 of meer alinea's)
 Argumenten bij de mening geven
 Per argument een nieuwe alinea

Slot  (1 alinea)
Afronden: goede uitsmijter / grapje en / of originele conclusie
Heel belangrijk: de eerste zin!
Tip: begin gewoon met schrijven en als je de eerste versie af hebt, kijk je of er ergens een goede eerste zin in je tekst staat. Verplaats dan de zin naar het begin van je column en pas de rest van je tekst een beetje aan.

Vergeet de humor niet!

Slide 17 - Diapositive