Aardrijkskunde 5.2 en 5.3 in vogelvlucht HSX

5.2 Olie-industrie: vloek of zegen

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

5.2 Olie-industrie: vloek of zegen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:

 benoemen waarom de olie-industrie een zegen is.
benoemen noemen waarom de olie-industrie een vloek is.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Export van Nigeria

Slide 5 - Diapositive

Omdat boeren arm zijn en geen overheidshulp krijgen kunnen ze niet investeren in machines, goede zaden en bestrijdingsmiddelen.
Gevolg is een lage opbrengst van de landbouw. Nigeria is voor voldoende voedsel nu afhankelijk van import. 

Slide 6 - Diapositive

Sneue situatie 
- Nigeria exporteert ruwe aardolie (crude petroleum)
dat wordt relatief goedkoop verkocht / uitgevoerd
- In het buitenland wordt daar benzine van gemaakt ( raffinaderij )  en dat koopt Nigeria weer (duur) terug

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Olie en corruptie

Nigeria verdient miljarden aan olie;

Maar bijna 91 miljoen mensen (45%)
verdienen minder dan € 1,60 per dag.

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Dubieuze rol van de overheid 


-Veel geld dat met de oliehandel wordt verdiend, wordt niet gebruikt om het land beter te maken
- ministers en presidenten houden het zelf
en kopen van dat geld luxe producten of huizen in buitenlandse steden

Slide 11 - Diapositive

Dubai verdient veel geld met olie
- Maar ze weten dat de olie ooit opraakt
- Daarom hebben ze de economie minder afhankelijk gemaakt van dat ene product
- Er heeft diversificatie plaatsgevonden: Overheid lijkt meer te gaan investeren in landbouw en industrie. Ook wordt meer dan de helft van het bnp verdiend in de dienstensector. Nollywood, het Hollywood van Afrika, biedt bijvoorbeeld veel werkgelegenheid.

Slide 12 - Diapositive

Resumerend
Het lesdoel was:
 benoemen waarom de olie-industrie een zegen is
benoemen noemen waarom de olie-industrie een vloek is

Doelen bereikt?


Slide 13 - Diapositive

5.3 Bronnen: Sterkten en zwakten van Nigeria

Slide 14 - Diapositive

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:

- De armoede in Nigeria beschrijven aan de hand van de basisbehoeftes
- Uitleggen wat de kenmerken van armoede met elkaar te maken hebben (cirkel van armoede) .

Slide 15 - Diapositive

GB55 - Nigeria Arm & rijk 193H

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Gezondheidszorg in Nigeria
Kenmerken gezondheidszorg in Nigeria:

  • Lage artsendichtheid
  • Lage lonen voor artsen, daarom vertrekken veel artsen naar buitenland
  • Weinig apparatuur 
  • Overheid investeert niet in gezondheidszorg

Maak aantekeningen!!

Slide 18 - Diapositive

Onderwijs in Nigeria
Kenmerken onderwijs in Nigeria:

Basisonderwijs is gratis
Overheid investeert niet in onderwijs
  • Tekort aan docenten, scholen, tekort aan materialen in klaslokaal etc
  • Gevolg: Veel analfabeten


Maak aantekeningen!!

Slide 19 - Diapositive

Basisbehoeften
Basisbehoeften: Dingen die je nodig hebt om goed te leven 

4 basisbehoeften:
  1. Onderwijs
  2. Onderdak
  3. Voedsel
  4. Gezondheidszorg


Maak aantekeningen!!

Slide 20 - Diapositive

De cirkel van armoede

Slide 21 - Diapositive

Nigeria als afzetmarkt
Nigeria is aantrekkelijk voor bedrijven

Redenen / oorzaken:
1. Grote bevolking
2. Het BNP stijgt

Hierdoor grote afzetmarkt: Aantal klanten dat producten wil kopen
Maak aantekeningen!!

Slide 22 - Diapositive

Regionale ongelijkheid
  • Veel regionale ongelijkheid in Nigeria: Verschillen in welvaart tussen gebieden  
Maak aantekeningen!!
Armoede
Rijkdom
noorden
zuiden
platteland
steden

Slide 23 - Diapositive

Regionale ongelijkheid in Nigeria. Wat zie je?
Bon 5 toevoegen
Maak aantekeningen!!

Slide 24 - Diapositive

Grote beroepsbevolking
  • Nigeria heeft een grote beroepsbevolking: Mensen die betaald werk (willen) doen  
  • Veel werkloosheid
  • In Nigeria werken veel mensen in de informele sector: ongeschoold, slecht betaald werk in de dienstensector. Mensen betalen geen belasting. Het is dus eigenlijk 'zwart' werk
  • In arme landen werken de meeste mensen in de landbouw
Maak aantekeningen!!

Slide 25 - Diapositive

Grote beroepsbevolking
  • Nigeria heeft een grote beroepsbevolking: Mensen die betaald werk (willen) doen  
  • Veel werkloosheid
  • In Nigeria werken veel mensen in de informele sector: ongeschoold, slecht betaald werk in de dienstensector. Mensen betalen geen belasting. Het is dus eigen 'zwart' werk
  • De informele sector is vooral zichtbaar in steden
Maak aantekeningen!!

Slide 26 - Diapositive

Beroepsbevolking in Nigeria

Slide 27 - Diapositive

Natuurlijke hulpbronnen en infrastructuur
  • Natuurlijke hulpbronnen: Producten uit de natuur die mensen kunnen gebruiken
  • Belangrijkste natuurlijke hulpbron: Aardolie
  • Naast aardolie heeft Nigeria ijzererts, aardgas en steenkool
  • Ook wordt er veel gewassen verbouwd
  • Door slechte infrastructuur komen goederen niet op tijd op bestemming
Maak aantekeningen!!

Slide 28 - Diapositive

Natuurlijke hulpbronnen en infrastructuur
  • Natuurlijke hulpbronnen: Producten uit de natuur die mensen kunnen gebruiken
  • Belangrijkste natuurlijke hulpbron: Aardolie
  • Naast aardolie heeft Nigeria ijzererts, aardgas en steenkool
  • Ook wordt er veel gewassen verbouwd
  • Door slechte infrastructuur komen goederen niet op tijd op bestemming
Maak aantekeningen!!

Slide 29 - Diapositive

Sterke en zwakke punten op een rij
Maak aantekeningen!!
Sterke punten
Zwakke punten
Grote beroepsbevolking
Energievoorziening
Grote afzetmarkt
Slechte investeringen onderwijs en landbouw
BNP per inwoner
Regionale ongelijkheid
Natuurlijke hulpbronnen
Slechte infrastructuur
Gratis basisonderwijs

Slide 30 - Diapositive

Resumerend
De lesdoelen waren:

- De armoede in Nigeria beschrijven aan de hand van de basisbehoeftes
-- Uitleggen wat de kenmerken van armoede met elkaar te maken hebben (cirkel van armoede) .

Slide 31 - Diapositive

EINDE

Slide 32 - Diapositive