Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
werkwoordsvormen 8-11
Werkwoordsvormen
1 / 10
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
10 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordsvormen
Slide 1 - Diapositive
onvoltooid tegenwoordige tijd
onvoltooid verleden tijd
voltooid tegenwoordige tijd
voltooid verleden tijd
onvoltooid tt toekomende tijd
onvoltooid verleden toek. tijd
voltooid tt toekomende tijd
voltooid verleden toek. tijd
ik ren
ik rende
ik heb gerend
ik had gerend
ik zal rennen
ik zou rennen
ik zal rennen
ik zou hebben gerend
Slide 2 - Diapositive
Nog andere werkwoordsvormen
Infinitief (hele werkwoord): rennen, roepen, denken etc.
Voltooid deelwoord: gerend, geroepen, gedacht etc.
Onvoltooid deelwoord: rennend, roepend, denkend etc.
Slide 3 - Diapositive
Van welke werkwoordsvorm is er sprake in de volgende zin (dikgedrukte woord)
Gillend
renden zij door de gang
A
infinitief (hele werkwoord)
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 4 - Quiz
Van welke werkwoordsvorm is er sprake in de volgende zin (dikgedrukte woord)
Ik zou wel willen
slapen
A
infinitief (hele werkwoord)
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 5 - Quiz
Van welke werkwoordsvorm is er sprake in de volgende zin (dikgedrukte woord)
Vannacht heb ik echt niet genoeg
geslapen
.
A
infinitief (hele werkwoord)
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 6 - Quiz
Van welke werkwoordsvorm is er sprake in de volgende zin (dikgedrukte woord)
Met
redeneren
alleen, haal je geen tien op je PTO.
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 7 - Quiz
In welke werkwoord tijd staat de volgende zin?
Met redeneren alleen, haal je geen tien op je PTO.
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
voltooid verleden tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd
Slide 8 - Quiz
In welke werkwoord tijd staat de volgende zin?
Had ik maar langer geslapen vanochtend.
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
voltooid verleden tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd
Slide 9 - Quiz
In welke werkwoord tijd staat de volgende zin?
Ik heb het je nog gezegd: leer je huiswerk goed!
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
voltooid verleden tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd
Slide 10 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica Hoofdstuk 7
Novembre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica Hoofdstuk 7
Novembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica Hoofdstuk 7
Mars 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
De werkwoordstijden
Février 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
GR 7.1 - Werkwoordsvormen
Novembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 04 - Werkwoordsvormen
Novembre 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 04 - Werkwoordsvormen
Août 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 5; werkwoordstijden en wijs
il y a 19 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2