Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Thema 9 Regeling
Slide 1 - Diapositive
BS 6 Het hormonenstelsel
Slide 2 - Diapositive
Waar gaat deze bassistof over?
Het zenuwstelsel
De hypofyse
De schildklier
De eilandjes van Langerhans
Diabetes
De bijnieren
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier.
Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren.
Slide 4 - Diapositive
Woordenlijst
Slide 5 - Diapositive
Inleiding
Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar spieren, maar ook naar klieren. Hormoonklieren scheiden hormonen uit. Deze stoffen regelen allerlei processen in je lichaam.
Slide 6 - Diapositive
hormoonstelsel
Hormoonstelsel bij de mens
je leert welke hormonen je lichaam aanmaakt
je leert op waar deze hormonen toe dienen
deze les:
theorie hormonenstelsel
filmpje over hormonen
Slide 7 - Diapositive
hormonen
Slide 8 - Carte mentale
Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen (via bloed):
groei
ontwikkeling
stofwisseling
voortplanting
Slide 9 - Diapositive
Het principe van de werking van hormonen :
testosteron
adrenaline
insuline en glucagon
schildklierhormoon
groeihormoon
oestrogeen
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)
Slide 10 - Diapositive
Hypofyse
De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
Het maakt het groeihormoon
De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)
Het is een soort dirigent die het orkest aanstuurt.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Schildklier
De schildklier maakt schildklierhormoon:
Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.