H5_SK_H10_HerhalingH2_Wk46_Les1

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Diapositive

Stof voor SE2
Week 2, SE2 - toets over:
- Onderzoek doen H7 
- Voeding & Gezondheid H10 
- De Beste autobrandstof H11

Toets telt 20% mee bij SE cijfer.

Slide 3 - Diapositive

SE1 en PO bespreken

Slide 4 - Diapositive

Weektaak
- Bestuderen Voorkennis
- Bestuderen H10.1
- Bestuderen H10.2
- Maken opdrachten Voorkennis 1, 2, 6
- Maken opdrachten Voedingsstoffen 9, 10, 11
- Maken opdrachten Eiwitten 14, 15, 17
- Maken opdrachten oefenstencil

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen (succescriteria)
- Ik lees een label lezen van een voedingsproduct en gebaseerd daarop een bewuste gezonde keuze maken.
- Ik kan voorbeelden noemen van voedselintoleranties.

Slide 6 - Diapositive

Voedingsstoffen
- Brandstof voor je lichaam
> Vaak uitgedrukt in kilocalorieën (1kcal = 4,2 kJ)
> Meisjes  10000 kJ
> Jongens 13000 kJ
- Bouwstoffen voor cellen, weefsels en organen

Slide 7 - Diapositive

Dit is:
A
Methaan
B
Pentaan
C
Heptaan
D
Butaan

Slide 8 - Quiz

Opdracht
Geef van de volgende vertakte alkaan de naam:

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Geef van de volgende vertakte alkaan de naam:
3 - methyl - hexaan

Slide 10 - Diapositive

Geef de naam
A
3-chloor-4-broom-4-methyl-hexaan
B
3-chloor-4-broom-3-methyl-hexaan
C
4-chloor-3-broom-4-methyl-hexaan
D
4-chloor-3-broom-3-methyl-hexaan

Slide 11 - Quiz

Geef de structuurformule
Geef de structuurformule van:
1,2,3-tribroom-4-ethyl-5-methyl-nonaan

Slide 12 - Diapositive

Is de koolwaterstof met de onderstaande formule verzadigd of onverzadigd?
C3H6
A
Verzadigd
B
Onverzadigd

Slide 13 - Quiz

Is de koolwaterstof met de onderstaande formule verzadigd of onverzadigd?
C4H10
A
Verzadigd
B
Onverzadigd

Slide 14 - Quiz


A
3-ethylbut-1-een
B
3-methylpent-4-een
C
3-methylpent-1-een
D
2-ethylbut-3-een

Slide 15 - Quiz

Opdracht
Teken: 
- 3-ethyl-pent-1-een

Slide 16 - Diapositive

Geef de naam
A
2-aminopropaan
B
2-Propaanamine
C
Propaan-2-amine
D
Propaanamine

Slide 17 - Quiz

Geef de naam:
A
2-amino-propaan-1-ol
B
1-hydroxy-propaan-2-amine
C
aminopropanol
D
propaan-2-amine-1-ol

Slide 18 - Quiz

Geef de structuurformule
Geef de structuurformule van:
1,2,3-triamino-4-ethyl-5-methyl-nonaan-2,4,6,8-tetraol

Slide 19 - Diapositive

Opdrachten
1. Propeen reageert met broom. Geef de reactievergelijking in structuurformules.
2. Butaan reageert met jood. Geef de reactievergelijking in structuurformules.
3. Pentaan reageert driemaal met jood. Geef de reactievergelijking in structuurformules.

Slide 20 - Diapositive

Geef de naam
A
1-Hydroxybutaan
B
Butaan-1-ol
C
1-Butanol
D
Butaan-4-ol

Slide 21 - Quiz

Alkaanzuren
Hebben een carboxyl groep (de blauwe en rode letter)

Slide 22 - Diapositive

Alkaanzuren
De C van de carboxyl-groep telt mee in de stam-telling
Hier dus 2, dus eth, dus dit is ethaanzuur


Slide 23 - Diapositive

Alkaanzuren
Een alkaanzuur zonder de H+ noemen we een alkanoaat
Ethaanzuur zonder de H+ heet dus ethanoaat



Slide 24 - Diapositive

Opdracht
Teken de structuurformule van:
  1. Butaanzuur
  2. Propaandizuur
Geef de naam van bij de onderstaande structuurformule

Slide 25 - Diapositive

Opdracht
Een meisje heeft 10000 kJ nodig.
1 kcal = 4,2 kJ
Hoeveel energie heeft een meisje nodig uitgedrukt in kilocalorieën?

Slide 26 - Diapositive

Weektaak
- Bestuderen Voorkennis
- Bestuderen H10.1
- Bestuderen H10.2
- Maken opdrachten Voorkennis 1, 2, 6
- Maken opdrachten Voedingsstoffen 9, 10, 11
- Maken opdrachten Eiwitten 14, 15, 17
- Maken opdrachten oefenstencil

Slide 27 - Diapositive

Afsluiting - Leerdoelen (succescriteria)
- Ik lees een label lezen van een voedingsproduct en gebaseerd daarop een bewuste gezonde keuze maken.
- Ik kan voorbeelden noemen van voedselintoleranties.

Slide 28 - Diapositive