Faeces onderzoek

Faeces onderzoek
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Faeces onderzoek

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natief fecesonderzoek
  • Wormen
  • Eieren
  • Protozodelen van Giardia of Coccidiose
(Coccidiose: Toxoplasma, Neospora, Cryptosporidium) 

Slide 2 - Diapositive

Oocysten
Throphozoiten

Slide 3 - Diapositive

Giardia trofozoiet
Wat is NIET waar over flotatievloeistof?
A
Zorgt dat wormeieren zinken
B
Is makkelijk zelf te maken
C
Is vergelijkbaar met de Dode Zee
D
Heeft een hoog soortelijk gewicht

Slide 4 - Quiz

400 gram NaCL 1 liter heet water roeren en wachten, dan in koelkast
Waar ben je naar op zoek bij een flotatie-onderzoek?

Slide 5 - Question ouverte

Wormeieren en oöcysten
Passieve flotatie, geen centrifuge oid

Slide 6 - Diapositive

Veel kleiner dan wormeieren
Alle wormeieren zien er ongeveer hetzelfde uit..
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen sedimentatie en flotatie?

Slide 9 - Question ouverte

Bezinking

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt mestonderzoek bij een paard gedaan en een EPG van 350. Wat nu?

Slide 11 - Question ouverte

<200 ontwormen niet nodig
200-400/500: afhankelijk van situatie
>500 ontwormen
Je hebt mestonderzoek gedaan en de uitslag is negatief. Wat kun je nu zeggen?
A
Er zijn nu geen wormen aanwezig
B
Er is weerstand tegen wormen
C
Er is geen wormbesmetting geweest
D
De kans is klein dat er wormen zijn

Slide 12 - Quiz

Sommige wormen richting najaar/winter in 'winterslaap' produceren dan geen eieren. Eieren worden larven en vervolgens met gras weer opgenomen. Maaien, andere diersoort laten grazen enz.
Kleefband methode (aarsmade - Oxyuris equi)

Slide 13 - Diapositive

Plakband rond anus (gelig eipakketjes). Op een glas plakken en onder microscoop bekijken. Vaak negatief bij normaal wormonderzoek. Soms wel vrouwelijke aarsmades bij mestonderzoek, leven normaal in dikke darm en leggen eieren rond anus. Tot 10 cm witte worm
Wat is NIET waar over mengmonsters?
A
Gebruiken we voor koppeldiagnostiek
B
Betekent monsters van verschillende van het hetzelfde dier
C
Betekent monsters van verschillende dieren in een groep
D
Is alleen zinvol als EPG > 200 is

Slide 14 - Quiz

(koppeldiagnostiek, monsters verschillende dagen zelfde dier, verschillende dieren zelfde groep)
Ontlasting is bruin door
A
galkleurstoffen
B
leverkleurstoffen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pancreasinsufficiëntie kun je meten d.m.v. ontlastingsonderzoek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op bij ontlasting?
A
Kleur
B
Geur, Kleur
C
Geur, Kleur, Consistentie, Hoeveelheid.
D
Geur, Kleur, Consistentie, Hoeveelheid, en meer

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slijm bij de ontlasting wijst op:
A
Te weinig vezels
B
Te weinig drinken
C
Ontsteking in de darmwand
D
Slechte vertering

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

zwarte ontlasting kan duiden op?
A
bloed
B
eiwitten
C
soort voedsel
D
afsluiten gal

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar wordt op gelet bij de afbeelding van de ontlasting
A
Samenstelling
B
Consistentie
C
Kleur
D
Hoeveelheid

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions