(1hv) H6 paragraaf 4 deel 1

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 4 blz. 94 het klimaat verandert + BB118,119,120
  • maken opdracht 1 t/m 6 paragraaf 4 blz.: 102/103
  • Nabespreken paragraaf 4
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de ijstijd is.
  • welke landschapsvormen je er zijn gevormd door de ijstijd
  • dat klimaatveranderingen altijd voorkomen, voorbeeld de ijstijd
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 4 blz. 94 het klimaat verandert + BB118,119,120
  • maken opdracht 1 t/m 6 paragraaf 4 blz.: 102/103
  • Nabespreken paragraaf 4
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de ijstijd is.
  • welke landschapsvormen je er zijn gevormd door de ijstijd
  • dat klimaatveranderingen altijd voorkomen, voorbeeld de ijstijd

Slide 1 - Diapositive

voor het filmpje
  • het is een Engels filmpje
  • zet de ondertiteling op Nederlands
  • ga naar het tandwieltje (instellingen) en zoek bij ondertiteling (automatisch vertalen) naar Nederlands

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

aantekeningen

Slide 4 - Diapositive

Klimaatverandering in Europa
  • Een klimaat meet het gemiddelde weer over een periode van 30 tot 40 jaar. 
  • Als je perioden van zo’n 30 jaar met elkaar vergelijkt, zie je verschillen in temperatuur en neerslag. 
  • Dit is klimaatverandering.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

ijstijden
  • IJstijd / glaciaal: koude perioden in de geschiedenis van de aarde. 
  • gemiddeld 5 ⁰C kouder 
  • sneeuw wordt samengedrukt tot ijs
  • gletsjers / ijskappen breiden zich uit 
  • IJstijd > interglaciaal > ijstijd > interglaciaal > enzovoort  

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

gletsjers
  • Een gletsjer begint in een firnbekken: een verzamelplek voor sneeuw hoog in de bergen.
  • firn = korrelige sneeuw
  • Bij een vol firnbekken glijdt een ijstong richting dal.
  • firnbekken + ijstong = gletsjer 
  • Lage snelheid. 
  • Een Gletsjer is voortdurend in beweging, maar lijkt stil te liggen.  
  • smelt in het dal en is er een gletsjerrivier 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

glaciale landschapsvormen
  • Door de schurende werking (erosie) van gletsjers ontstaan landschappen gevormd door ijs.
  • Morene: puin dat door een gletsjer is vervoerd. zand, gruis, stenen, rotsblokken 
  • Zijmorene: puin ligt aan de zijkant naast een geltsjer
  • Middenmorene: puin dat bij 2 gletsjers samen komt
  • Eindmorene: puin meegenomen naar einde van de getsjer

Slide 11 - Diapositive

glaciale landschapsvormen
  • Grondmorene: puin dat op de bodem van de gletsjer heeft gelegen. zoals keileem
  • keileem: klei en stenen vermengd
  • Trogdalen door gletsjers uitgeschuurde bergdalen, zoals: 
  • U-vorm dalen: Heten zo omdat je er een U in kan schrijven
  • fjorden: bergdalen gevuld met zeewater

Slide 12 - Diapositive

klimaatverandering is het weer gemeten over....
A
1 jaar
B
15 jaar
C
30 jaar
D
60 jaar

Slide 13 - Quiz

een gletsjer beweegt
A
niet
B
wel

Slide 14 - Quiz

gletsjer kunnen landschappen veranderen in een korte tijd
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 het klimaat verandert + BB118,119,120
maken opdracht 1 t/m 6 paragraaf 4 H4
gebruik hierbij:
 leerboek blz. 94
werkboek blz. 102
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 16 - Diapositive

voor het filmpje
  • het is een Engels filmpje
  • zet de ondertiteling op Nederlands
  • ga naar het tandwieltje (instellingen) en zoek bij ondertiteling (automatisch vertalen) naar Nederlands

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo