Wordorder: Adverbs of frequentie

Welcome
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welcome

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Ik ken het verschil tussen bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden.
- Ik ken de verschillende soorten bijwoorden.
- Ik weet waar de bijwoorden horen in een zin.
- Ik kan zelf voorbeeld zinnen geven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

I know the difference between an adjective (bijvoegelijk naamwoord) and an adverb (bijwoord)
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Adjectives say something about:
- The noun (zelfstandig naamwoord)

Adverbs say something 
about:
- The verb
- The adjective
- The time
- The place
-   Frequentie (hoe vaak)

Slide 4 - Diapositive

Noun= zelfstandig naamwoord

- The verb: The cat sleeps peacefully.
- The adjective: The amazingly beautiful cat.
- The place: The cat sleeps on the sofa.
- The time: The cat sleeps every day.
- Frequentie (hoe vaak): The cat often sleeps.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Which sentence(s) is/are correct?
A
The cat often sleeps on the sofa every day.
B
The cat sleeps on the sofa often every day.
C
The cat every day sleeps often on the sofa.
D
Every day the cat often sleeps on the sofa.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Word order.
(T-) O-WW-LV/MV-P (-T)
I read a book at home every night.

Adverbs come before the main verb. 
I often read a book at home every night.
Except for!!!
I am always hungry after work.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practice
6.2    Exercise 6 + 7

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Ik ken het verschil tussen bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden.
- Ik ken de verschillende soorten bijwoorden.
- Ik weet waar de bijwoorden horen in een zin.
- Ik kan zelf voorbeeld zinnen geven.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke leerdoelen heb je behaalt?
Ik ken het verschil tussen bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden
Ik ken de verschillende bijwoorden
Ik weet waar de bijwoorden horen in de zin
Ik kan zelf voorbeeld zinnen geven

Slide 10 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions