Formuleren - Taalvoutjes kwis
1 / 37
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Verbeter de taalfout in de kop.
A
dat => dit
B
dat => die
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Verbeter de taalfout in de kop.
A
wat => dat
B
wat => dit
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Waarnaar verwijst het woord 'ze'?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Verbeter de taalfout.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Is dit een goede koop?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Zou je deze tatoeage laten zetten?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Is dit een goede koop?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Als of dan?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Als of dan?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Welke uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Diapositive
En welke contaminatie (+ spelfout) zie je hier?
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Welke 2 uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Diapositive
Welke uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 32 - Question ouverte
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Wat staat hier (letterlijk!)?
A
oma is gestolen
B
er is van oma iets gestolen
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Is dit een goede koop?
