KT1th DA1 week 8 les 2

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Leerjaar 1
Periode 1
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
KT1 theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Leerjaar 1
Periode 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • De werking van diverse categorieën medicatie voor hart- en vaatziekten benoemen, zoals diuretica, bètablokkers, nitraten, hartglycosiden, calciumantagonisten en anti-aritmica.



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
Wat houdt het RAAS-systeem in?

Welke medicijnen werken op het RAAS-systeem?

Wat is de belangrijkste bijwerking van deze medicijnen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen periode 
'

Hebben jullie nog vragen over KT1 theorie voor de toets? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angiotensine-I
Angiotensine-II
Renine
Aldosteron

Slide 5 - Question de remorquage

Waar hoort het ACE enzym te staan?
Hoe werken dan ACE remmers?
Waar werken Angiotensinereceptorblokkers op?
Hartmedicatie
Welke categorieën hartmedicatie zijn er?
  • Diuretica: hartfalen, hypertensie, diabetes
  • Nitraten: angina pectoris
  • Bètablokkers: angina pectoris, hypertensie, hartritmestoornissen 
  • Calciumantagonisten: angina pectoris, hypertensie
  • Hartglycosiden: hartfalen, hartritmestoornissen
  • Anti-aritmica: hartritmestoornissen
  • ACE-remmers/AT1-antagonisten: hartfalen, hypertensie

Slide 6 - Diapositive

Diabetes = suikerziekte. De glucose stofwisseling is verstoord. Diabetes is een risico factor voor hart- en vaatziekten omdat de aterio sclerose sneller gaat dan bij mensen zonder diabetes.

Hoge concentraties bloedglucose versnellen de vorming van stuggere vaatwanden. Hierdoor ontstaan er sneller scheurtjes en blijft de plaque hangen.

Diuretica vermindert druk op de vaten door meer uitstroom – minder belasting hart en vaten, men wil de kans zoveel mogelijk verkleinen dat de vaten slechte delen/ scheuren gaan vertonen.

Naamgeving hartmedicatie
Onthoud de volgende ezelsbruggetjes:
  • Nitraten: bevat nitro-/nitraat
  • Bètablokkers: -lol
  • Calciumantagonisten: vaak -pine (niet altijd)
  • ACE-remmers: -pril
  • Angiotensinereceptorblokkers: -sartan

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartmedicatie  opdracht

Pak het schema Medicijnen HVZ er bij via Cumlaude week 45


Slide 8 - Diapositive

Bij DA1A hebben we klassikaal het schema ingevuld. Ik liet de volgende dia's zijn, vertelde er wat bij/stelde vragen en gaf ze daarna de gelegenheid om van dat medicijn het schema in te vullen en daarbij aangegeven dat dit ook is wat ze moeten leren.
Werkte heel prettig.

Medicijnen HVZ (1)
Hartglycosiden: Bij ritmestoornissen en hartfalen
  • Verbetert de pompkracht van het hart en daardoor
rustige en regelmatige hartslag.
  • Bijwerkingen: Hoofdpijn, diarree, overdosering
(Smalle therapeutische breedte)
  • Voorbeeld: Digoxine

Slide 9 - Diapositive

Kans op overdosering
Hartglycosiden worden door de nieren uitgescheiden. Bij oudere mensen neemt de nierfunctie af, waardoor de risico’s dan extra groot zijn.
De giftigheid van digoxine neemt toe in combinatie met bepaalde plasmiddelen. De meeste plaspillen verlagen namelijk de hoeveelheid kalium in het bloed. Een tekort aan kalium maakt de hartspier extra gevoelig voor digoxine. (gevaar voor overdosering) met als klachten hoofdpijn en diarree. (Bij deze klachten en gebruik digoxine: altijd HA contact)

Medicijnen HVZ (2)
Nitraten: Bij angina pectoris
  • Hebben een vaatverwijdende werking
  • Voorbeelden:
    Sublinguaal,  spray in de mond  en tabletten (isosorbidenitraat)/ spray of pleister (Nitroglycerine) 
  • Bijwerkingen: Rood gezicht, hoofdpijn, orthostatische hypotensie

Slide 10 - Diapositive

Nitroglycerine kan mbv pleisters via de huid worden toegediend. De pleisters bevatten nitroglycerine die in kleine doses wordt afgegeven. Een probleem is dat het lichaam went aan de nitraten. Daarom wordt om gewenning tegen te gaan aangeraden om in de nacht (minder kans op aanval) geen pleister te gebruiken.
Bij een onderhoudsbehandeling wordt om bovenstaande reden aangeraden om de laatste dagdosis vlak na avondeten te nemen en dan de pleister te verwijderen.
Bijwerkingen: hoofdpijn, rood gezicht, orthostatische hypotensie (kortdurend duizelig bij overeind komen)

Medicijnen HVZ (3)
Diuretica/plastabletten: Bij hartfalen en hypertensie
  • Zorgt voor vermindering van bloedvolume
  • Bijwerking: orthostatische hypotensie
  • Voorbeelden: furosemide, bumetanide, 
    hydrochloorthiazide, chloortalidon en
    spironolacton.
  • Waarom zou je deze medicijnen beter niet NA 17.00 uur kunnen innemen?



Slide 11 - Diapositive

Omdat je dan de hele nacht moet plassen.
Medicijnen HVZ (4)
Bètablokkers: Bij angina pectoris, hypertensie en hartritmestoornissen
  • Verlagen hartfrequentie en weerstand van bloedvaten
  • Bijwerkingen: koude handen/voeten, orthostatische hypotensie, moeheid
  • Voorbeelden: atenolol (vaak gebruikt in combi met chloortalidon), 
    bisoprolol, metoprolol

Slide 12 - Diapositive

Verlagen de hartfrequentie (trage pols). 
Voorbeelden: metoprolol , atenolol, bisoprolol (lolletjes). 

Medicijnen HVZ (5)
Calciumantagonisten: Bij angina pectoris en hypertensie
  • Minder samentrekking hart- en bloedvatspiercellen
  • Minder sterke samentrekking hart en lagere bloeddruk
  • Bijwerkingen: hoofdpijn, oedeem, rood gezicht, orthost. hypotensie en verergering bij maagklachten.
  • Voorbeelden: amlodipine, nifedipine


Slide 13 - Diapositive

Ze zorgen dat de samentrekking van de hart- en vaatspiercellen trager en minder krachtig verloopt. Dit betekend, minder zuurstof nodig voor het hart en hartvaten die wijder worden. Gevolg, daling van de bloeddruk en afname van de weerstand van de bloedvaten waardoor het hart het gemakkelijker krijgt. Voorbeelden: Nifedipine, amlodipine, felopidine. 
Medicijnen HVZ (6)
ACE-remmers: Bij hartfalen en hypertensie
  • Werkt via de nieren: minder bloedvolume en meer verwijding bloedvaten
  • Bijwerking: prikkelhoest
  • Voorbeelden: Enalapril, Captopril en Lisinopril

Slide 14 - Diapositive

Bij hartfalen en hypertensie. RAAS systeem. Medicijn geeft een vernauwende werking of nier houdt vocht en water vast zodat de RR stijgt. 
Medicijnen HVZ (7)
Angiotensinereceptorblokkers: Bij hartfalen en hypertensie
  • Werkt via de nieren: blokkeren de werking van Angiotensine-II. Waardoor er geen bloedvatvernauwing ontstaat en er geen water en zout wordt vastgehouden met als gevolg dat de bloeddruk daalt. 
  • Bijwerking: geen belangrijke 
  • Voorbeeld: Candesartan
  • Vaak in combinatie met diuretica

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartmedicatie (8)
Anti-aritmica: Amiodaron
  • Vaak in combinatie met antistolling
  • Laat hart langzamer en regelmatiger kloppen
  • Zijn NIET in staat om de oorzaak weg te nemen


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

https://bingobaker.com/view/3741074 
Huiswerk
  1. Leren van de LessonUp/ hoofstukken/opdrachten
  2. (Af)maken MBO leren

Denk aan de deadline voor het af hebben van MBO leren/Medilect (zie studentenplanning) op 8 november 16.00 uur! Daarna kun je niet meer deelnemen aan de toets en is je eerste kans voorbij.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions