3.1 Sparen deel 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3.1 Sparen deel 2

Lesdoelen

Aan het einde van de les

• Kan je rekenen met enkelvoudige rente
• Kan je rekenen met samengestelde rente
• Kan je uitleggen welke spaarmotieven je kan hebben
• Kan je uitleggen welk belang de erbij heeft dat je spaart

Inkomen

Besteden

Sparen

Later besteden

Waarom sparen mensen geld?

Spaarmotieven

Redenen om te sparen (= spaarmotieven)

1. Sparen voor de rente
2. Sparen voor een doel
3. Sparen uit voorzorg

Enkelvoudige rente berekenen

• Jan heeft €2.000 euro op zijn spaarrekening staan
• Hij krijgt 2% rente per jaar.  Bereken zijn rente na 1 jaar.
• 1. Wat is mijn rente percentage?  -> 2%
• 2. Zet dit om naar een decimaal getal -> 100% = 1 -> 10% = 0,1 -> 1% = 0,01 -> 2% = 0,02
• 3. Wat is mijn spaarbedrag? -> €2.000
• 4. Hoeveel jaar moet ik weten? -> 1 jaar
• 5. Doe de getallen x elkaar
• 0,02 x 2000 x 1 = €40 euro. 

Enkelvoudige rente berekenen

• Jan heeft €2.000 euro op zijn spaarrekening staan
• Hij krijgt 2% rente per jaar.  Bereken zijn rente na 1 jaar.
• 1. Wat is mijn rente percentage?  -> 2%
• 2. Zet dit om naar een decimaal getal -> 100% = 1 -> 10% = 0,1 -> 1% = 0,01 -> 2% = 0,02
• 3. Wat is mijn spaarbedrag? -> €2.000
• 4. Hoeveel jaar moet ik weten? -> 1 jaar
• 5. Doe de getallen x elkaar
• Stel ik wil mijn rente weten na 4 jaar, wat veranderd er dan?
• 0,02 x 2000 x 4 = €160 euro

Pieter heeft 3.540 euro op zijn spaarrekening staan. Hij krijgt ieder jaar 4% rente. Wat is zijn spaartegoed over 4 jaar tegen enkelvoudige rente.

Samengestelde rente

samengestelde rente (spaarrekening)

De groeifactor berekenen bij samengestelde rente

€ 4.000 aan 1,2 % rente
Bereken de samengestelde rente na 4 jaar

 Reële rente

• De vuistregel voor de berekening van de het reële inkomen kun je ook gebruiken voor de berekening van de reële rente.
• => vuistregel

• reële rente = nominale rente - prijsstijging

• voorbeeld: nominale rente  1,2% en prijsstijging van 2% =

• reële rente = + 1,2% - 2%  = - 0,8%

Reële rente

Gecorrigeerd door inflatie

Aan de slag

Maken paragraaf 3.1

Klaar? Herhalingsopdrachten 3.1