H8.1 en 8.2. Financiële zelfredzaamheid-Les 1

Hoofdstuk 8
Financiële zelfredzaamheid
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8
Financiële zelfredzaamheid

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Planning komende lessen
  • Inleiding hoofdstuk 8
  • Aan de slag
  • Antwoorden bespreken
  • Toets bespreken
  • Les afsluiten 

Slide 2 - Diapositive

mei-zomer
8/5 --> opstart h8
15/5 --> geen les
22/5 --> verzekeren
29/5 --> geen les
5/6 -->wonen: huren of kopen?
12/6 --> herhalen
19/6 --> 1-toets hoofdstuk 8

Slide 3 - Diapositive

mei-zomer



26/6 --> laatste les (50-min)

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt 4 samenlevingsvormen met hun kenmerken benoemen. 
  • Je kunt uitleggen wat financiële zelfredzaamheid betekent.
  • Je kunt uitleggen waarom financiële zelfredzaamheid belangrijk is bij (beperkte) gemeenschap van goederen. 

Slide 5 - Diapositive

Met welke stelling ben jij het eens?

Slide 6 - Diapositive


A
Maarten moet de helft van de waarde aan Marlies betalen
B
Maarten moet de helft van de waardestijging van de laatste 2 jaar betalen.
C
Maarten hoeft niets te betalen aan Marlies

Slide 7 - Quiz

Je gaat samenwonen en dan?
Als je gaat samenwonen heb je 4 opties:

1. niets regelen (samenwonen zonder samenlevingscontract)
2. samenlevingscontract
3. geregistreerd partnerschap
4. trouwen

Slide 8 - Diapositive

Wil je later trouwen (of een andere wettelijke vorm van partnerschap)?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Waarom zou je wel/niet willen trouwen?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wie stelt de huwelijkse-/ of partnerschapsvoorwaarden op?
A
Gemeente (ambtenaar)
B
Advocaat
C
Accountant
D
Notaris

Slide 13 - Quiz

Fin. zelfredzaamheid

Slide 14 - Carte mentale

Als ik naar mezelf kijk ...
A
Ik geef vaak meer geld uit dan ik heb
B
Ik geef niet meer uit dan ik heb
C
Ik hou altijd geld over
D
Ik heb echt geen idee

Slide 15 - Quiz

De volgende uitspraak past het best bij mij ...
A
Ik ben iemand die graag nu geld uitgeef. sparen komt later wel
B
Meer dan de helft van mijn ontvangsten zet ik op de bank voor later
C
Ik ontvang weinig geld, dus ik kan eigenlijk niet sparen
D
Ik koop graag iets, maar ik spaar ook wel

Slide 16 - Quiz

Wat is financiële zelfredzaamheid?
  • weloverwogen keuzes
  • financiën in balans
  • korte en lange termijn
  • kennis van financiële zaken
  • inzicht in je eigen financiële positie

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Aan de slag
Lees paragraaf 8.1 en 8.2 door (blz. 103/104)
Maak opgave 8.1 t/m 8.4


Slide 19 - Diapositive


Antwoorden bespreken

Slide 20 - Diapositive


Toets bespreken

Slide 21 - Diapositive