Psychofarmaca: werking en bijwerkingen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Psychofarmaca: werking en bijwerkingen

Leerdoelen

Je kunt de werking en bijwerkingen van psychofarmaca in kaart brengen en bespreken.

Deze slide kan gebruikt worden om de leerdoelen te introduceren en te bespreken met de studenten.

Wat zijn psychofarmaca?

Werking van psychofarmaca

Psychofarmaca werken door de chemische balans in de hersenen te veranderen en zo psychische symptomen te verminderen.

Hier kun je de werking van psychofarmaca onderwijzen.

Opdracht

Breng met de groep in kaart op welke manier psychofarmaca opgenomen kan worden in het lichaam.

Je kunt gebruik maken van het papier en stiften/potloden.

Soorten psychofarmaca

Er zijn verschillende soorten psychofarmaca, waaronder antidepressiva, antipsychotica, anxiolytica en stemmingsstabilisatoren.

Met deze slide kun je de verschillende soorten psychofarmaca bespreken.

Opdracht

Verdeel de volgende soorten psychofarmaca onder in vier groepjes:

- Antidepressiva
- Antipsychotica
- Anxiolytica
- Stemmingsstabilisatoren.

Vervolg opdracht

Breng in de volgende zaken in kaart voor de psychofarmaca:

- 3 voorbeelden van medicatie 

- Werking

- Bijwerkingen

- Wisselwerking

- Contra-indicaties

- Alternatieven
-  Wijze van inname
- 2 verschillende bronnen 

Discussie

De rol van psychofarmaca bij de behandeling van psychische stoornissen en de voor- en nadelen van het gebruik van deze medicijnen.

Gebruik deze slide om een discussie te organiseren en de studenten aan te moedigen om hun eigen mening te geven.

Evaluatie

Wat vond goed aan deze les?

Wat kan nog beter aan deze les?

Gebruik deze slide om feedback van de studenten te krijgen en de les te verbeteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.