K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

persoonlijk voornaamwoord & 

het werkwoord "sein"

Lesdoel

Aan het eind van de les ken je de persoonlijke voornaamwoorden en kun je het werkwoord sein vervoegen.

Het persoonlijk voornaamwoord

• enkelvoud
• meervoud

ik = ich

jij = du

hij = er

zij = sie

het = es

wij = wir

jullie = ihr

zij = sie

u = Sie

er, sie, es

Das ist Peter. Er is mein Freund.

Kennst du die Frau? Sie ist meine Oma.

Wie alt ist das Kind? Es ist zwei Jahre alt.

Das sind Herr und Frau Müller. Sie wohnen hier.

Aufgabe 1

Vertaal het woord tussen haakjes.

Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.

1. er
2. sie
3. es

Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.

1. er
2. sie
3. es

Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.

1. er
2. sie
3. es

Het werkwoord "sein"

• In het Nederlands "zijn"
  
• "sein" vervoegen

ich bin

du bist

er ist

sie ist

es ist

wir sind

ihr seid

sie sind

Sie sind

Aufgabe 2

Verbind de personen met de juiste werkwoordsvormen

Wie alt (bent u)?

(Hij is) 13 Jahre alt.

Wo (ben jij) geboren?

(Ik ben) in Berlin geboren.

(Het is) eine schöne Stadt.

sind Sie

er ist

bist du

ich bin

es ist

An die Arbeit ...

Maak het onderdeel Grammatik.

Bladzijde 18 en 19, opdracht 12 t/m 15.

Klaar? 

Slim stampen D Grammatik

Slim stampen Kapitel 1

Evaluatie

Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden en ik kan het werkwoord sein vervoegen.

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles.
2. Ik snap het een beetje.
3. Ik snap het niet.