2023 theorievragen H7+8

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Oefening H 7 en 8

Economie 

Van ''vrij verkeer'' is sprake in...

1. Azië
2. de EU
3. de wereld

1. Wat hoort bij vrijhandel?

1. Contingentering
2. Exportsubsidie
3. Importheffing
4. Geen belemmeringen

2. Wat gebeurt er met de prijs van een product als de producent exportsubsidie krijgt?

1. Wordt hoger.
2. Wordt lager.

3. Wat is een ruilvoet?

1. ziekte aan 1 van je voeten
2. verhouding tussen de prijs van export-en import producten
3. manier van handel drijven met andere landen
4. buffervoorraad

4. Buffervoorraden en grondstoffenovereenkomsten zorgen voor

1. meer inkomen in een arm land
2. minder inkomen in een arm land
3. onstabiele grondstofprijzen
4. stabiele grondstofprijzen

Protectie maatregelen

Importbeperkende 

maatregelenen

Exportbevorderende 

maatregel

Contigentering

exportsubsidie

invoerrechten

Importquota

5. Een vicieuze cirkel is

1. oorzaak en gevolg versterken elkaar
2. een rondje
3. een vierkantje
4. een piramide

6. Gebonden hulp is hulp waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden.

1. Waar
2. Niet waar

7. Wat is gebonden hulp

1. hulp waar je nooit meer vanaf komt
2. hulp waar je niets aan hebt
3. hulp waar je niets voor hoeft te doen
4. hulp biedend land stelt voorwaarden aan de hulp

8. Nederland heeft een ... op de betalingsbalans

1. Overschot
2. Tekort

Maak de vicieuze cirkel van armoede kloppend.

Slecht eten

Geen geld

Ziektes

9. De betalingsbalans is:

1. Een overzicht, zoals een begroting
2. Een overzicht van betalingen aan het buiteland
3. Een overzicht van betalingen en ontvangsten met een land (met hun inwoners) in een jaar
4. De resultatenrekening van een land

10. Wat is waar over de betalingsbalans?

1. Als de uitvoerwaarde groter is dan de invoer, heeft NL een overschot
2. Als de uitvoer groter is dan de invoer dan heeft NL een tekort

11. 1. Vrij verkeer van goederen en diensten
2. Vrij verkeer van personen
3. Vrij verkeer van kapitaal

1. de Europese Monetaire Unie
2. de interne markt van de EU
3. de betalingsbalans van de EU
4. de Europese Centrale Bank

12. Onder welk vrij verkeer valt het plaatje hiernaast?

1. Vrij verkeer van goederen
2. Vrij verkeer van diensten
3. Vrij verkeer van personen
4. Vrij verkeer van kapitaal

kleine lening die wordt verstrekt aan kleinde ondernemers in ontwikkelingslanden

Streeft er naar de vrijhandel op de wereld te bevorderen

Gericht op het weg nemen van de oorzaken van armoede

Rechtstreekse hulp van het land aan het andere land

Er zijn voorwaarden voor de gegeven hulp

Het ontwikkelingsland is vrij om te bepalen wat ze met het geld doen

microkrediet

WTO

structurele hulp

bilaterale hulp

gebonden hulp

ongebonden hulp

13. Wat is vrij verkeer van diensten?

1. Iedere EU-burger mag in alle EU-landen werken
2. EU-burgers mogen in alle landen een rekening openen
3. Consumenten mogen in alle EU-landen producten kopen
4. EU-burgers mogen wonen en reizen in alle EU-landen

14. Wat is geen taak van de ECB?

1. Geld uitlenen aan de eurolanden
2. omwisselen van vreemde valuta
3. eurobankbiljetten in omloop brengen
4. de inflatie bewaken

15. Wat is de hoofddoelstelling van de ECB?

1. Een soepel en betrouwbaar betalingsverkeer
2. Veilig houden van spaartegoeden
3. Een hoge koers van de euro
4. Stabiele prijzen (net geen 2% inflatie)

16. De ECB streeft naar stabiele prijzen in de EU. Wat is een andere taak van de ECB in Europa?

1. Bij de ECB kan je binnen Europa geld pinnen.
2. Bij de ECB kunnen producenten geld lenen.
3. De ECB regelt de uitgifte van bankbiljetten.
4. De ECB zorgt voor kredietverlening aan consumenten.

De wisselkoers was € 1 = $ 2, nu is de wisselkoers € 1 = $ 1. Daardoor kan de EU nu .... importeren.

1. Meer
2. Minder

Als de wisselkoers van de € stijgt,
dan ...

1. wordt de € duurder
2. wordt de € goedkoper

17. de exportquote is:

1. De uitvoerwaarde
2. de uitvoerwaarde als % van net nationaal inkomen
3. de invoerwaarde
4. Geld wat binnenkomt

18. Hoe bereken je de exportquote?

1. importwaarde: nationaal inkomen
2. exportwaarde: nationaal inkomen
3. wederuitvoer: nationaal inkomen
4. Omzet-inkoopwaarde

Goederenstroom en geldstroom 

Export

Import

Buitenland

Buitenland

Goederen export

Geld export

Goederen import

Geld import

20.In de eurozone is de afspraak

1. inflatie onder de 2% te houden.
2. de inflatie boven de 2% te houden.
3. Het begrotingstekort onder de 10% te houden.
4. De staatsschuld mag 90% zijn van het nationale inkomen.

21. Geef 4 redenen waarom Duitsland super belangrijk is voor ons als handelsland met een open economie.