H5.3 - Les 9: Snelle economische veranderingen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

LAND IN ZUIDOOST-AZIË: INDONESIË

H5: INDONESIË

[e-mail]

INDONESIË

Wat gaan we doen vandaag?

    Afronding paragraaf 3: Snelle economische veranderingen

                         - Check huiswerk

                         - Aan de slag met thematische kaart

                         

LESDOELEN - VORIGE LES

ANTWOORD in TWEETALLEN

over 5 minuten:

24. Je kunt uitleggen wie tot de beroepsbevolking  van een land behoren.

25. Je kunt benoemen uit welke 3 sectoren de beroepsbevolking bestaat.

26. Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van de beroepsbevolking  anders is geworden tussen 1984 en 2017.

27. Je kunt uitleggen uit welke 4 onderdelen de primaire (landbouw) sector bestaat.

28. Je kunt 3 vormen van landbouw benoemen.

29. Je kunt uitleggen welke vorm van landbouw vooral in Indonesië wordt toegepast.

CHECK 24 + 25

24. Je kunt uitleggen wie tot de beroepsbevolking van een land behoren.

25. Je kunt benoemen uit welke 3 sectoren de beroepsbevolking bestaat.

Werken in 3 sectoren

Primaire sector - 1e

Werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald.

Secundaire sector - 2e

Werk waarbij producten uit de eerste sector worden bewerkt.

Tertiaire sector - 3e

Werk dat zich bezighoudt met het verlenen van diensten.

PRIMAIRE SECTOR: Landbouw

Producten worden hier direct uit de natuur gehaald. Bijvoorbeeld:

• Boeren, vissers en mijnwerkers.

14% van de Indonesiërs werkt in de landbouw.

Dit zijn vooral rijstvelden (sawa's).

SECUNDAIRE SECTOR:

Industrie

Producten uit de primaire sector worden hier bewerkt. Bijvoorbeeld:

• Kleding, schoenen en auto's

40% van de Indonesiërs werkt in de industrie.

Het in elkaar zetten van producten noem je: assemblage.

TERTIAIRE SECTOR:

Diensten

Mensen in de diensten verlenen diensten. Bijvoorbeeld:

• Leraren, verkopers en horeca.

46% van de Indonesiërs werkt in de dienstensector. De meeste dus!

Veel mensen in de dienstensector doen ongeschoold werk: 

                                    Informele sector.

Boer

Bakker

Broodverkoper

LANDBOUW

LANDBOUW

27. Je kunt uitleggen uit welke 4 onderdelen de primaire (landbouw) sector bestaat.

28. Je kunt 3 vormen van landbouw benoemen.

29. Je kunt uitleggen welke vorm van landbouw vooral in Indonesië wordt toegepast.

1. AKKERBOUW

2. TUINBOUW

3. VEETEELT

4. BOSBOUW

CHECK HUISWERK              

LESDOELEN

30. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsextensief en arbeidsintensief.

31. Je kunt uitleggen waarom de ontbossing in Indonesië de afgelopen jaren sterk is 

       toegenomen.

32. Je kunt 3 voorbeelden benoemen van producten die in Indonesië gemaakt worden.

33. Je kunt uitleggen waarom de secundaire sector in Indonesië sterk gegroeid is tussen 1984

        en 2017. (W10 + figuur 14)

34. Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de dienstensector is.

35. Je kunt 3 voorbeelden benoemen van beroepen in de informele sector.

36. Je kunt per sector minimaal één voorbeeld benoemen. (W13)

Arbeids EXTENSIEF

Bedrijf dat weinig werknemers nodig heeft.

Arbeids INTENSIEF

Bedrijf dat veel werknemers nodig heeft.

Benoem 2 beroepen die arbeidsintensief en arbeidsextensief zijn.

Arbeidsintensief:

1. __________________________

2. __________________________

Arbeidsextensief:

1. __________________________

2. __________________________

DE INFORMELE SECTOR

Ongeschoold en slecht betaald

werk in de dienstensector

Open opdracht 6 op pagina 82 in je werkboek

WERK DE K&K-LIJST UIT TOT 36!

30. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsextensief en arbeidsintensief.

31. Je kunt uitleggen waarom de ontbossing in Indonesië de afgelopen jaren sterk is 

       toegenomen.

32. Je kunt 3 voorbeelden benoemen van producten die in Indonesië gemaakt worden.

33. Je kunt uitleggen waarom de secundaire sector in Indonesië sterk gegroeid is tussen 1984

        en 2017. (W10 + figuur 14)

34. Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de dienstensector is.

35. Je kunt 3 voorbeelden benoemen van beroepen in de informele sector.

36. Je kunt per sector minimaal één voorbeeld benoemen. (W13)

Klaar? Maak opdracht 6 + 7 + 8 + 9 op pagina 82/83 in je werkboek

  Aan de slag!             

H5.3: Snelle economische veranderingen:

• Open pagina 76/77 in je leerboek.
• Maak opdracht 7 + 8 + 9

Regels:

- Je mag samenwerken / zit je alleen, dan werk je alleen.

Aan de slag met de thematische kaart!

Vorige les heb je de kaartopdracht gekregen.

En nu?

• Waar wil je een thematische kaart over maken?
• Bedenk goed waar allemaal thematische kaarten over bestaan!

Wat mag je gebruiken?

• Leerboek / Chromebook / atlas