Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Planten en Dieren
Slide 1 - Diapositive
1. Wat is een organisme?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Voeden
B
Ademen
C
Praten
D
Uitscheiden
Slide 3 - Quiz
Is een houten plank dood of levenloos?
Slide 4 - Question ouverte
Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel
Blaadjes
Stengel
Wortel
Slide 5 - Question de remorquage
Bij biologie moet je vaak tekenen. Door te tekenen, kijk je beter. Ook kun je een tekening later nog eens bekijken. Dan weetje wat je hebt gezien. Bij een schematische tekening zijn alleen de belangrijkste kenmerken getekend.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Soms moet je de binnenkant tekenen van een plant of dier. Wat voor doorsnede is dit?
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van de zaadhuid.
A
Bescherming
B
Zorgt dat er water naar binnen kan.
C
Hier zat het zaadje mee vast aan de moeder plant.
Slide 8 - Quiz
Wat is een kiem in een bruine boon?
A
Blaadje, worteltje, en zaadlobben.
B
Blaadje, en zaadlobben
C
Blaadje en worteltje.
Slide 9 - Quiz
Wat is ontwikkeling?
A
Groter en zwaarder worden van een organisme.
B
Verandering in de bouw van een organisme.
Slide 10 - Quiz
Gaat de zin over groei of over ontwikkeling? Een jongen krijgt baardgroei in de puberteit.
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 11 - Quiz
Een andere naam voor een volwassen vlinder is een:
Slide 12 - Question ouverte
Een ander woord voor metamorfose is
A
gedaanteverwisseling
B
groei
C
verandering
D
ontwikkeling
Slide 13 - Quiz
De juiste volgorde voor de levensfases van een koolwitje is: