Bron 1847 Speelgoed van vroeger

Speelgoed van vroeger
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4,5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Speelgoed van vroeger

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat weet je er al van.......
Welke spelletjes zag je allemaal in het filmpje?

Speel jij ook wel eens één van deze spelletjes?
Welke?

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les
  • Wij leren over speelgoed van vroeger. Welk speelgoed was er wel en welk nog niet.
  • Je kunt vertellen welk speelgoed van vroeger er nog steeds is.
  • Je leert hoe je een tekening maakt bij een verhaal.


Slide 4 - Diapositive

De juf leest voor, doe goed mee.

Slide 5 - Diapositive

Wij lezen samen de tekst.
Onderstreep de volgende woorden:
Ganzenbord                                                      Knikker

Slide 6 - Diapositive

Denkvraag
Bespreek met je schoudermaatje:

De bron gaat over speelgoed van nu dat vroeger ook al bestond. Ziet dat speelgoed van nu er ook nog hetzelfde uit als vroeger? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Diapositive

Denkvraag
Bespreek samen met je schoudermaatje:

Welk speelgoed zou jij het meeste missen als je ineens 100 jaar terug in de tijd zou leven? Vertel er ook bij waarom.

Slide 8 - Diapositive

Lezen
Lees de tekst nog een keer alleen

Slide 9 - Diapositive

Denkvraag
Bespreek samen met je schoudermaatje:

Stel je een schoolplein vol spelende kinderen voor, maar dan 100 jaar geleden. Wat zie je allemaal?


Slide 10 - Diapositive

Opdracht:
Teken één speelgoed van vroeger.
Je mag op de computer opzoeken hoe het eruit ziet.
Probeer het zo goed mogelijk na te tekenen

Slide 11 - Diapositive

Speelde de oma van jouw oma met hetzelfde speelgoed als jij?
A
Ja, want ze hadden toen ook al Playmobil.
B
Nee, ze hadden toen geen speelgoed.
C
Ja en nee, sommig speelgoed van vroeger is er nog steeds.

Slide 12 - Quiz

Waar werden poppen vroeger van gemaakt?
A
van hout, wol of stof
B
van klei
C
van ijzerdraad

Slide 13 - Quiz

Wat is een vliegende Hollander?
A
een rood, wit, blauwe vlieger.
B
een soort step
C
een kar waarop je kan zitten en die zelf kan rijden

Slide 14 - Quiz