Puberteit

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
1.  Lesdoel: Afspraken maken + elkaar leren kennen
2. Uitleg over puberteit 
3. Mindmap in 2-tallen.
3. Opdrachten maken vanuit je boek  
4. Terugblik les!

Slide 2 - Diapositive

Puberteit

Slide 3 - Carte mentale

Puberteit

Van 12 tot 18 jaar ben je een tiener. Die periode valt ongeveer samen met de puberteit of pubertijd (de tijd waarin je puber bent). Bij meisjes begint de puberteit doorgaans eerder dan bij jongens. Tegenwoordig vaak zelfs al voor het twaalfde jaar. Bij de een duurt de
puberteit wat langer dan bij de ander. In die periode gaat het niet alleen om lichamelijke ontwikkelingen. Er vinden ook ingrijpende ontwikkelingen plaats op de volgende gebieden:

- cognitieve ontwikkeling

- emotionele en sociale ontwikkeling

- sensorische en motorische ontwikkeling

Slide 4 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling pubers
Wat gebeurt er: hersenen ontwikkelen zich verder op het gebied van:
- denken
- leren
- logisch redeneren 
Wat zien we in gedrag: wisselend humeur, besluiteloosheid, vergeetachtigheid, onberekenbaar, twijfelen en onzeker

Slide 5 - Diapositive

Emotionele en sociale ontwikkeling
- Ontwikkeling van je zelfbeeld en individualiteit. 
- afzetten tegen je ouders.
- vriendenkring wordt steeds belangrijker

Slide 6 - Diapositive

Sensorische en motorische ontwikkeling
De groeispurt. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Vidéo

Secundaire geslachtskenmerken zijn:
A
Kenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn
B
Kenmerken die vanaf de puberteit zichtbaar zijn

Slide 10 - Quiz

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
Borsten
B
Schaamhaar
C
Piemel
D
Vagina

Slide 11 - Quiz

Bij een meisje ontwikkelen zich bredere heupen.
Bilal wordt verliefd.
De groeispurt begint.
Floris wil niet meer als kind behandeld worden.
Feng wordt zelfstandiger
Suus wordt boos zonder echte reden
In de puberteit krijg je te maken met veel veranderingen: lichamelijke veranderingen, maar ook geestelijke veranderingen.
Welk soort verandering is het?
Geestelijk
Geestelijk
Geestelijk
Lichamelijk
Lichamelijk
Geestelijk
Geestelijk
Lichamelijk

Slide 12 - Question de remorquage

WAAR
NIET WAAR
meisjes groeien in de puberteit sneller dan jongens
Bij jongens start de groeispurt rond hun 10e jaar
Je ziet soms wel 20 cm verschil tussen J en M tijdens de puberteit
De hersenen van een puber zijn tijdelijk uit balans.

Slide 13 - Question de remorquage

Wat verandert er aan het jongenslichaam in de puberteit?
Sleep het juiste antwoord naar de afbeelding.
timer
2:00
Zijn ballen en piemel worden groter.
Hij produceert sperma. Als dit uit zijn piemel komt, kan hij een meisje bevruchten.
Hij krijgt haar bij zijn piemel, onder zijn oksels en op zijn gezicht.
Hij krijgt borsten.
Zijn haren worden donkerder.
Zijn haar wordt langer.

Slide 14 - Question de remorquage

Wat verandert er aan het meisjeslichaam in de puberteit?
Sleep het juiste antwoord naar de afbeelding.
timer
2:00
Haar schaamlippen worden groter.
Ze krijgt borsten.
Haar buik wordt groter.
Haar heupen worden breder.
Ze krijgt haar onder haar oksels en op haar vagina.
Ze wordt ongesteld.

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Vidéo

Anticonceptie (voorbehoedsmiddelen)

Slide 17 - Diapositive

SOA
SOA staat voor: Seksueel overdraagbare aandoening

Niet alle vormen van anticonceptie beschermen tegen een soa. 

Slide 18 - Diapositive

Met welke voorbehoedsmiddelen kun je een SOA voorkomen?
A
De Pil
B
Het condoom
C
Het vrouwencondoom
D
Het Spiraaltje

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

✨LHBTIQ+✨
L
H
B
T
Lesbisch
Homoseksueel
Biseksueel
Transgender
I
Q
+
Intersekse
Queer
Alles wat er onder valt

Slide 21 - Diapositive

LHBTIQ+
Lesbisch: Een vrouw die zich aangetrokken voelt tot vrouwen.
Homoseksueel: Een man die zich aangetrokken voelt tot mannen.
Biseksueel: Een man/vrouw die zich aangetrokken voelt tot zowel        mannen als vrouwen.
Transgender: Een jongen geboren als meisje, of andersom.


Slide 22 - Diapositive

LHBTIQ+
Intersekse: geslachtsorganen passen niet bij man of vrouw, maar zitten er tussenin. Bij geboorte is niet goed duidelijk of de baby een jongetje of een meisje is.

Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is, wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel


Slide 23 - Diapositive

LHBTIQ+
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen

Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander 

Slide 24 - Diapositive

Iemand zich niet thuis voelt in een bepaald lichaam + pronouns
Non-binair
Transgender✨
Iemand die in het verkeerde lichaam is geboren (geboren als vrouw, maar voelt zich man of andersom)
Cisgender
Iemand die in het juiste lichaam is geboren (man-man of vrouw-vrouw)

Slide 25 - Diapositive

Fabel
Feit
Je gender is een keuze
Je wordt met je seksualiteit geboren
Als iemand biseksueel is, is er meer kans dat die gene vreemdgaat
Nederland was het eerste land waar je met hetzelfde geslacht mocht trouwen
Alle mannen die zich vrouwelijk kleden zijn homo
Er zijn 11 landen waar je de doodstraf kunt krijgen als je homoseksueel bent

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Diapositive

Als twee meisjes hand-in-hand lopen,
zijn ze lesbisch

Slide 28 - Sondage

Als twee jongens hand-in-hand lopen,
zijn ze homo

Slide 29 - Sondage

Je kan homo/lesbisch/bi 'worden'

Slide 30 - Sondage

Als je LHBTIQ+ bent,
moet je dat gewoon vertellen

Slide 31 - Sondage

Deze les was leerzaam
0100

Slide 32 - Sondage

Wat ga je nu doen?
1. Maak H. 4 van je boek.
Overleggen doe je op fluistertoon!

2. Ben je klaar? Ga je voor jezelf een een boekje lezen!

Slide 33 - Diapositive