Kennismaking UV HF1

Werken in de uiterlijke verzorging
Hoofdstuk 1
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werken in de uiterlijke verzorging
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Boeken uitdelen en activeren
- uitleg opbouw boek
- Uitleg planner
- uitleg boekje
- Kort kennismaken (met het vak)
-  Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Boeken uitdelen
- Noteer je naam op en in het boek

Slide 3 - Diapositive

Boekenplank vullen
- Volg de instructies in je boek
- Licentiecode staat achter in je boek

Slide 4 - Diapositive

Kennismaken
Draai aan het rad en vertel meer
over het onderwerp! (noem eerst duidelijk je naam)

Bijvoorbeeld:
  • Mijn favoriete make-up is...
  • Ik wil graag mijn eigen salon omdat...
  • Mijn wenkbrauwen zijn wel eens verpest en zag er zo uit...
  • Ik heb wel eens mijn wenkbrauwen laten verven en
       dat vond ik wel/niet mooi, omdat...

Slide 5 - Diapositive

Doel
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • Welke beroepen er zijn binnen de branche uiterlijke verzorging.
  • Hoe je werkhouding moet zijn.
  • Welke opleidingen je kunt kiezen en wat je daarvoor nodig hebt.

Slide 6 - Diapositive

De werkplekken
Sector haarverzorging
- Kapper
- Kleurspecialist
- Black hair
- Scheren
- Extensionsspecialist

Sector schoonheidsverzorging
- Schoonheidsspecialiste
- Manicure
- Nagelstylist
- Pedicure
- Visagist
- Masseur

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Haarverzorging
Er zijn verschillende behandelingen die een kapper aanbied:
  • Knippen
  • Snijden
  • Kleuren
  • Ontkleuren
  • Permanenten
  • In model of volume föhnen
  • Krullen
  • Stijlen

Slide 9 - Diapositive

Specialiseren in het kappersvak
Je kunt ervoor kiezen om een extra opleiding te volgen zodat jij de klant meer te bieden hebt.

Voorbeelden van specialisaties:
  • (Bruids)visagie
  • Extension
  • Black hair
  • Kleurspecialist

Slide 10 - Diapositive

Schoonheidsverzorging
Als professional in de schoonheidsverzorging houd jij je bezig met:
  • Huid
  • Lichaam
  • Handen
  • Voeten
  • Make-up

Slide 11 - Diapositive

Specialiseren in het schoonheidsvak
Je kunt ervoor kiezen om een extra opleiding te volgen zodat jij de klant meer te bieden hebt.

Voorbeelden van specialisaties:
  • (Bruids)visagie
  • Manicure
  • Nail art
  • Acné

Slide 12 - Diapositive

Werkhouding
  • Samen werken
  • Initiatief tonen
  • Zelfstandig werken
  • Flexibel zijn
  • Representatief

Slide 13 - Diapositive

Opleiding
Het mbo werkt met toelatingseisen:
  • wat moet je kennen en kunnen.
  • (vmbo) diploma bezitten.

Voorbeelden van toelatingseisen:
  • Niveau op het vmbo
  • Cijferlijst
  • Werkhouding

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Maken  hoofdstuk 1 blz 19 t/m 27

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent branche?
A
Een opleiding op het MBO
B
Alle bedrijven die zich met hetzelfde bezighouden.
C
Bedrijven die zich met verschillende onderdelen in de uiterlijke verzorging bezighouden.
D
Een kapper die zich heeft gespecialiseerd.

Slide 16 - Quiz

Wat is een specialisatie binnen de uiterlijke verzorging?
A
Men weet erg veel van een onderdeel van het beroep binnen de uiterlijke verzorging.
B
Men heeft extra opleiding buiten de uiterlijke verzorging gevolgd.
C
Men weet nog niet zoveel van een onderdeel van het beroep binnen de uiterlijke verzorging.
D
Leerling zijn bij een kapperszaak.

Slide 17 - Quiz

Wat betekent representatief zijn?
A
Er niet netjes en verzorgd uitzien.
B
Zich kunnen aanpassen en goed kunnen samenwerken.
C
Er netjes en verzorgd uitzien en een goede indruk achterlaten.
D
Werkzaamheden uit jezelf oppakken.

Slide 18 - Quiz

Wat betekent de afkorting MBO?
A
Middelmatig onderwijs.
B
Middelbare vakopleiding.
C
matig beroepsonderwijs.
D
Middelbaar beroepsonderwijs.

Slide 19 - Quiz

Wanneer is men flexibel?
A
Door zich niet aan te passen en een collega niet te helpen.
B
Door zich aan te passen aan een collega en deze te helpen.
C
Door te laat te komen.
D
Door aan het einde van de dag niet te helpen met opruimen.

Slide 20 - Quiz

Wanneer toont men initiatief?
A
Door te laten zien dat men graag werkt en uit zichzelf dingen oppakt.
B
Door er netjes en verzorgd uit te zien.
C
Door ongemotiveerd te zijn.
D
Door niet goed samen te werken.

Slide 21 - Quiz

Wat betekent nauwkeurig?
A
Dat men goed kan samenwerken.
B
Dat men slordig werkt.
C
Dat men veel ervaring heeft.
D
Dat men precies en netjes werkt.

Slide 22 - Quiz

Een collega heeft een kleuring aangebracht, maar deze heeft niet goed uitgepakt. Jill staat naast haar en ziet dat ze hulp kan gebruiken. Welke vaardigheid laat Jill zien?
A
Nauwkeurig
B
Representatief
C
Collegiaal
D
Flexibel

Slide 23 - Quiz

Wat is je vraag over deze les?

Slide 24 - Question ouverte

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage