Les 3 , 4, 5: tellen t/m 100

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les objectifs (na deze unité kan je/ ken je / weet je):

  • Franse woordenschat over multimedia / stukje Franse multimedia geschiedenis.
  • Leren tellen tot 100.
  • de onregelmatige werkwoorden kunnen en willen in 2 tijden (présent + passé-composé) gebruiken.
  • Nog beter vertellen over iets uit het verleden. 
  • Een aangifteformulier van diefstal invullen in het Frans.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Introduction les nombres de 0 à 100
                            vocabulaire
  • Faire ensemble l'exercice 14
                           Vocabulaire + écouter
  • Faire un exercice dans LessonUp avec les   nombres 
                           Vocabulaire + écouter
Na deze les:
- kan je tellen tot 100 in het Frans.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het telefoonnummer in getallen (1,2,3,4...) dat je hoort.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het telefoonnummer in getallen (1,2,3,4...) dat je hoort.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het getal die je hoort.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het getal die je hoort.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het telefoonnummer in getallen (1,2,3,4...) dat je hoort.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Faire un exercice dans LessonUp avec les   nombres 
                        Vocabulaire + écouter
  • Faire un exercice en groupe avec les nombres 
                       Vocabulaire
Na deze les:
- kan je tellen tot 100 in het Frans.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers: neuf cent soixante et onze

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers: trois cent cinquante-sept

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers: quatre-vingt-sept

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

getallen:

schrijf voluit: 15
A
seize
B
qiunze
C
cinq
D
quinze

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Vertaal: 3
A
deux
B
trois
C
quatre
D
zéro

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers:
quarante-neuf

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is: sept?
A
17
B
7
C
8
D
3

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers:
cinquante-sept

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

28 =
A
treize- huit
B
vingt-neuf
C
vingt et huit
D
vingt-huit

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers:
quarante-cinq

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ nu het volgende getal in cijfers: quatre-vingt-dix

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Faire deux exercices en groupe avec les nombres 
                       Vocabulaire
Na deze les:
- kan je tellen tot 100 in het Frans.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Leerlingen zitten in groepjes.
Elke groepjes krijgt een startpunt (bij een 0). Alle groepjes lossen eerst zelf de labyrinthe op door de uitgang te vinden. 
Vervolgens moeten de groepjes om de beurt de uitgang laten vinden aan de rest van de groep door de juiste cijfers op te noemen.

Slide 23 - Diapositive

De docent noemt een aantal artikelen op die hij gekocht heeft. De leerlingen maken de som op en de snelste groep steekt zijn vinger op om de som in het Frans op te noemen. Als het klopt heeft de groep 1 punt. Zo niet mag de volgende groep zijn som op noemen. 
Dit wordt meerdere ronden herhaald met steeds nieuwe artikelen.

Slide 24 - Diapositive

De leerlingen zitten in groepjes.
Elke groep mag 3 of 4 objecten kiezen (afhankelijk van hoeveel groepjes er zijn). De Leerlingen schatten een prijs in (wat ongeveer klopt, dus geen onzin prijsjes!) voor hun eigen artikelen en schrijven die op op het blaadje. Om de beurt mogen de andere groepjes een schatting maken en opschrijven voor het artikel wat aan de beurt is. (eventueel schrijven op een wisbordje). 1 iemand uit elke groep zegt de prijs hardop, de groep met de prijs die het dichts bij komt heeft gewonnen. Uiteraard is het belangrijk dat de getallen goed gezegd worden.
De docent houdt de punten bij.