3.4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Afkortingen

Invullen leesmonitor via Magister

Vandaag verbeterde filmverslagen inleveren

Doel: Je leert afkortingen goed spellen en gebruiken.

AFKORTINGEN

We kennen in het Nederlands diverse afkortingen:

- tv

- dhr.

- t.k.

- AH

- Z.K.H.

Zo schrijf je afkortingen

• Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: BMW, VVD, GB, RTL, VN. 

• 

• Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: a.u.b., bijv., e.d.,  m.a.w., o.a., t.w.v., z.o.z.

• De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: vmbo, bh, cv, ov, pin, sms. 

 

Gebruik bij twijfel over de schrijfwijze van het verkleinwoord of de afkorting een (online) woordenboek.

Wat betekent t.k.?

1. te krijgen
2. te koop
3. te kleuren

Kort op de juiste manier af:
in plaats van

Kort op de juiste manier af:
Volkswagen

Kort op de juiste manier af:
per persoon

Er wonen ............... 17 miljoen mensen in Nederland.

1. m.b.v.
2. ca.
3. o.a.
4. m.a.w.

Kort op de juiste manier af:
Nederlandse Spoorwegen

Wat ga je doen?

• Instructievideo bekijken
• We maken opdracht 2 van blz. 196 samen (indien nodig).
• Maak zelf opdracht 1,3,4
• Huiswerk: blz. 196-197: opdracht 1 t/m 4
• Klaar met dit huiswerk? Ga dan verder met het huiswerk van vandaag (paragraaf 2 van cursus 5 en 9). Dat hebben verschillende leerlingen nog niet af.