Basis Modalverben o.t.t.

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Modale werkwoorden

Modale werkwoorden

- kunnen, mogen, willen, moeten.... 

- zijn hulpwerkwoorden - je gebruikt ze dus in combinatie met een ander werkwoord

bijv. ik kan goed fietsen

Jij mag niet meer gamen vandaag

Modale werkwoorden

- in het Duits vormen ze een aparte groep werkwoorden, dat betekent dat we de vervoeging uit de hoofd moeten leren

- ze hebben andere regels van vervoeging dan andere werkwoorden

- werkwoord "wissen" is geen echte modale ww maar hij ondergaat wel de zelfde regels

- Handbuch Grammatik blz.7 

Betekenis 

1. dürfen - mogen

2. können - kunnen

3. mögen - houden van, lusten of leuk vinden

4. müssen - moeten (noodzaak, het kan niet anders)

5. sollen - moeten (iemand anders wil het van ons), zullen

6. wollen - willen

7. wissen - weten 

Vervoeging

- kijk naar de basisvorm van het werkwoord en naar de vervoeging in de enkelvoud - wat valt je op?

- kijk naar de vorm van ich en er/sie/es - wat valt je op?

- kijk naar werkwoord sollen - wat valt op?

Was ... (willen) wir heute machen?

... (wollen)du mit mir zusammen ins Kino (Bioscoop) gehen?

Ich .... (moet) Brile tragen, sonst sehe ich nichts.

... (moeten) du immer mit dem Bus zur Schule fahren?

Ich ... (mag) alleine mit dem Zug nach Frankreich reisen.

Man ... (mogen) hier nicht schwimmen. Das Wasser ist zu schmutzig.

Du .... (kunnen) gut Fußball spielen.

Eric .... (mag) jeden Tag Pommes essen.

Ihr ...... (kunnen) heute noch auf den Bericht reagieren.