Freizeit und Hobbys

Fantastische Freizeit

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Fantastische Freizeit

Slide 1 - Diapositive

Lernziel von heute:

1. Je kent aan het eind van de LessonUp (nieuwe) woorden over: Hobbys und Freizeit.

2. Je kunt zinnen maken (en zeggen) over dit thema.

Slide 2 - Diapositive

Wat doen Duitse jongeren zoal in hun vrije tijd?


  •  Bekijk het volgende filmpje.


  •  Welke vrije tijdsbestedingen hoor je?


  •  Schrijf deze op, in het Duits of Nederlands.

      

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat doen Duitsers in hun vrije tijd?

Slide 5 - Question ouverte

Veel  Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten  zien. Je gaat met een quiz nu een aantal (nieuwe) woorden  leren.

Slide 6 - Diapositive


A
malen
B
ins Fitnessstudio gehen
C
singen
D
tanzen

Slide 7 - Quiz


A
reiten
B
tanzen
C
schwimmen
D
malen

Slide 8 - Quiz


A
singen
B
Rad fahren
C
schwimmen
D
reiten

Slide 9 - Quiz


A
Volleyball spielen
B
Fußball spielen
C
Minigolf spielen
D
Schlittschuh laufen

Slide 10 - Quiz


A
singen
B
rad fahren
C
videospiele spielen
D
malen

Slide 11 - Quiz


A
Rad fahren
B
Schi fahren
C
Schlittschuh laufen
D
tanzen

Slide 12 - Quiz


A
der Bergsteigen
B
das Klettern
C
reiten
D
das Fallschirmspringen

Slide 13 - Quiz


A
das Tauchen
B
das Segeln
C
joggen
D
singen

Slide 14 - Quiz

Je hebt net een aantal (nieuwe) Duitse woorden geleerd. Weet je nog welke er waren?

Slide 15 - Question ouverte

Vertel (auf Deutsch!): wie je bent, en wat je hobby is.
Zum Beispiel:
Ich bin Pietje, und wie heißt du? 
                                                                Ich heiß Anna. Was ist dein Hobby?
Mein hobby ist Hockey spielen. 
Was ist dein Hobby?
                                                               Mein hobby ist Tanzen! Wie oft machst du das?
Ich spiele zweimal pro Woche Hockey. Tschüss!
                                                                Tschüss!

Slide 16 - Diapositive

Vertel (auf Deutsch!): wie je bent, en wat je hobby is.
- jezelf voorstellen
- vertellen wat je hobby is
- waarom is het je hobby?
- hoe vaak doe je dit in de week?
- gesprek afsluiten
Dit doen we in tweetallen. Zorg er voor dat het een gesprek is; stel de vragen dus aan elkaar. 

Slide 17 - Diapositive

Was ist dein Hobby?
Op bovenstaande vraag geef je (in hele zinnen) antwoord op de vraag. De vraag stel je vervolgens aan de persoon naast je.

Slide 18 - Diapositive

Ik heb ... nieuwe woorden geleerd rondom het thema 'Freizeit und Hobbys':
A
veel
B
weinig
C
geen

Slide 19 - Quiz