Kapitel 2 Grammatik haben und sein

Kapitel 2 Grammatik
haben en sein. Sleep de juiste vertalingen naar elkaar toe.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 2 Grammatik
haben en sein. Sleep de juiste vertalingen naar elkaar toe.

Slide 1 - Diapositive

er ist
du bist
ich bin
jij bent
hij is
zij is
het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent
ik ben
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 2 - Question de remorquage

er hat
du hast
ich habe
jij hebt
hij heeft
zij heeft
het heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
u heeft
ik heb
sie hat
es hat
wir haben
ihr habt
sie haben
Sie haben

Slide 3 - Question de remorquage

Vertaal naar het Duits: ik heb

Slide 4 - Question ouverte

jij hebt

Slide 5 - Question ouverte

wij zijn

Slide 6 - Question ouverte

jullie zijn

Slide 7 - Question ouverte

wij hebben

Slide 8 - Question ouverte

hij heeft

Slide 9 - Question ouverte

zij zijn

Slide 10 - Question ouverte

het is

Slide 11 - Question ouverte

zij is

Slide 12 - Question ouverte

Zet nu het werkwoord in de juiste vorm. Ich (sein) ___ 12 Jahre alt.

Slide 13 - Question ouverte

Zet nu het werkwoord in de juiste vorm in de zin: Ich (haben) ___ hunger

Slide 14 - Question ouverte

Du (haben) ___ gute Noten für Deutsch

Slide 15 - Question ouverte

Wir (sein) ___ heute nicht zu Hause.

Slide 16 - Question ouverte

Tim (haben) ____ seine Hausaufgaben nicht gemacht.

Slide 17 - Question ouverte