Anatomie oefentoets

Anatomie
Oefentoets Anatomie deel 4
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AnatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Anatomie
Oefentoets Anatomie deel 4

Slide 1 - Diapositive

Het zenuwstelsel heeft 3 taken. Benoem de 3 taken van het zenuwstelsel

Slide 2 - Question ouverte

De hersenen en ruggenmerg zijn onderdeel van
A
Centrale zenuwstelsel
B
Perifere zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

Beschrijf wat een CVA is

Slide 4 - Question ouverte

Het animaal zenuwstelsel is betrokken bij
A
De onbewuste aansturing van het lichaam
B
De bewuste regeling van het lichaam

Slide 5 - Quiz

Benoem 4 ziektes die kunnen optreden in het zenuwstelsel

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn de 4 functies van het skelet?

Slide 7 - Question ouverte

Welke 3 soorten spierweefsel bevinden zich in het menselijk lichaam.

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn de 4 functies van de spieren?

Slide 9 - Question ouverte

Benoem de 5 soorten gewrichten die in het menselijk lichaam zitten

Slide 10 - Question ouverte

Het sympathische deel van het vegetatief zenuwstelsel is actief als

A
als het lichaam alert en actief moet zijn
B
actief als het lichaam in rust is

Slide 11 - Quiz

Als je links in de hersenen een CVA krijgt dan zijn komen de klachten in de rechterkant van het lichaam tot uiting
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat is waar over schakelzenuwcellen
A
sturen impulsen van zintuigen naar het ruggenmerg (van perifeer naar centraal zenuwstelsel).
B
sturen impulsen vanuit het centraal zenuwstelsel naar de spieren of klieren.
C
geven signalen binnen het centraal zenuwstelsel door.
D
vangen prikkels op

Slide 13 - Quiz

De weg van een impuls. Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
Prikkel opvangen
Impuls
Doorgeven aan hersencellen
Reactie

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is waar over kraakbeenweefstel
(meerdere antwoorden)
A
geven het bot flexibiliteit
B
maken het bot hard
C
Bevind zich in elk gewricht
D
Zorgt voor goede doorbloeding

Slide 15 - Quiz

Tonus betekend
A
Slappe spieren
B
De mate waarin de spieren gespannen zijn
C
De manier waarop je beweegt
D
De hoeveelheid spieren in je lichaam

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Welk onderdeel van het menselijk lichaam zag je op het plaatje?
A
Ruggenwervel
B
Knieschijf
C
Ruggenmerg
D
Wervelkolom

Slide 18 - Quiz

ALS is een spierziekte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Een dwarsleasie is
A
Functie uitval in het lichaam door een beschadiging in het ruggemerg
B
Volledig verlamd zijn

Slide 20 - Quiz