Inleiding PO6 theorie lezen. Op niveau

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Nederlands voorbereiding PO6

• welkom;
• PO5 is nog niet nagekeken;
• PO6, theorie lezen wordt op ma. 15-3 afgenomen;
• wat moet je bestuderen?: blz. 46-47 / blz. 94 t.m. 100 / blz. 141-142;
• doel van deze les: de te bestuderen stof PO6 doornemen. Neem je lesboek voor je. 

Theorie blz. 46 tekstdoelen

informeren

uitleggen

meningen weergeven

overtuigen

amuseren

activeren

Deze doelen moet je leren + de uitleg. Je moet een tekstdoel van een tekst kunnen herkennen en benoemen. 

Een tekst bestaat uit de volgende onderdelen:

• inleiding
• middenstuk
• slot

Je moet de verschillende tekstonderdelen herkennen.

Wat is de inl./midden/slot?

Verschilende manieren om een tekst in te leiden:

• het onderwerp van een tekst noemen;
• een belangrijke vraag over het onderwerp van de tekst stellen;
• een probleem noemen;
• een anekdote vertellen;
• een persoonlijke ervaring vertellen;
• de aanleiding noemen waardoor de tekst is geschreven.

Je moet deze onderdelen leren, herkennen en benoemen.

Theorie slot blz. 47

Leren van de dikgedrukte woorden

Leer alle dikgedrukte woorden. Wat is de definitie (= een samenvattende beschrijving van wat iets is) van de deze begrippen?

Verder moet je in staat zijn in een aantal gevallen deze begrippen toe te passen op een stukje tekst.

blz. 94 t.m. 100

Hier wordt aandacht besteed aan signaalwoorden en tekstverbanden. Hiervan moet je de tekstverbanden kennen, de functie en de signaalwoorden.

blz. 94 t.m. 100

Op blz. 95 en 96 vindt je informatie over feiten, meningen, argumenten en tegenargumenten.

Je moet feiten en meningen kunnen onderscheiden. Dit is ook belangrijk bij het maken van de samenvattende opdrachten in je examen.

blz. 94 t.m. 100

Op blz. 97 staat informatie over de functies beeld bij een tekst. Dit heb je te leren. 

Publiek kun je overslaan (houd daar echter wel rekening mee bij het schrijven van je brief, e-mail of artikel tijdens het CSE).

Daarna volgt er een stuk over het beantwoorden van vragen. Neem dit gedeelte goed door.

blz. 94 t.m. 100 (blz. 99)

Leer de definitie van een hoofdgedachte. Op het CSE moet je in staat zijn deze te formuleren. Dus het is noodzakelijk ook de aanpak om de hoofdvraag te vinden te leren.

blz. 141-142

Hier staat nog wat aanvullende informatie over kernzinnen (hoofdzaken) en de rest van de alinea (bijzaken).

Einde van de les

Maandag 15 maart PO6 lezen via exam.net of in de les.

Leer de dikgedrukte begrippen uit je hoofd zodat je hier een definitie van kan geven of het begrip kan toepassen op een tekstgedeelte.

Wanneer je e.e.a. goed hebt geleerd zul je hier profijt van hebben tijdens je CSE (maandag 17 mei 13.30 uur).

Succes!