leestekens

Leerdoelen

- Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
- Je kunt komma's op de juiste manier gebruiken.
- Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken.

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen

- Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
- Je kunt komma's op de juiste manier gebruiken.
- Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Let op verschuiving hoofdletter: 's Avonds....
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je niet met een hoofdletter.
OEFENING    opstaan  :       wel  hoofdletter
                       zitten blijven :  geen hoofdletter 

Slide 2 - Diapositive

Leestekens
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

Slide 3 - Diapositive

Leestekens
Een zin eindigt met een leesteken.

  • Punt (gewone zin): De deelnemers presenteren hun act.
  • Vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
  • Uitroepteken (uitroep): Doe je best!

Slide 4 - Diapositive

Leestekens
;



Slide 5 - Diapositive

Komma
 De komma is een korte pauze in een zin.
Je gebruikt een komma...
bijvoorbeeld
als je iemand aanspreekt
'Hé, wat doe jij hier?'
tussen delen van een opsomming
In de zomer ga ik fietsen, zwemmen, wandelen en raften.
voor voegwoorden als: want, maar, omdat, zoals.
In deze zin staat een komma, want er staat een voegwoord in.
tussen twee persoonsvormen
Pas toen hij dat zei, vielen de puzzelstukjes op z'n plaats.

Slide 6 - Diapositive

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Het zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord: meervoud op -en
Het zelfstandig naamwoord is een woord voor mensen, dieren, dingen of planten (zie 4.4)
Bijna alle zelfstandig naamwoorden kun je in het meervoud zetten. 
Bij veel zelfstandig naamwoorden zet je daar dan -en achter. 

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een dier, mens, plant, ding en  gevoel
Voor een zelfstandig naamwoord kan je altijd een lidwoord  zetten.
Eigennamen zijn ook zelfstandig naamwoorden.


Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord: meervoud
  1. meervoud op -s 
    tafel- tafels
    of
  2. -'s
Baby - Baby's

Slide 10 - Diapositive