Unit 3.2: present perfect

Unit 3.2: present perfect
All Right 2 H/V Max: study box p. 127
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Unit 3.2: present perfect
All Right 2 H/V Max: study box p. 127

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent dit in het Nederlands:
"I have lived here for two years."

Slide 2 - Carte mentale

En wat betekent dit?
"We have known each other for years."

Slide 3 - Carte mentale

Answers:
I have lived here for two years =
--> Ik woon hier twee jaar.

We have known each other for years = 
--> Wij kennen elkaar al jaren.

This is very difficult to learn for Dutch people!

Slide 4 - Diapositive

the present perfect
  • is een nieuwe tijd in het Engels
  • Deze tijden ken je al: present simple / present continuous / past simple

Slide 5 - Diapositive

the present perfect
  • Je maakt 'm zo:

have / has + voltooid deelwoord

Examples:
Something has happened. --> has happened = present perfect
I have bought a new sweater. --> have bought = present perfect

Slide 6 - Diapositive

the present perfect
  • Je maakt 'm zo:

have / has + voltooid deelwoord

Examples:
Something has happened. --> has happened = present perfect
I have bought a new sweater. --> have bought = present perfect
Het lastige zit 'm in het voltooid deelwoord.

Is dat voltooid deelwoord regelmatig?
Dan is het makkelijk. Dan is het v.d. namelijk hetzelfde als de past simple vorm, en eindigt 'ie op -ed:

happened / walked / talked / tried / visited / travelled etc.

Slide 7 - Diapositive

the present perfect
  • Je maakt 'm zo:

have / has + voltooid deelwoord

Examples:
Something has happened. --> has happened = present perfect
I have bought a new sweater. --> have bought = present perfect
De ellende zijn natuurlijk weer de onregelmatige werkwoorden...

Is het voltooid deelwoord onregelmatig?
Dan heeft het v.d. een eigen vorm, en die zul je uit je hoofd moeten leren. Zie blz. 270 in je boek.

Examples:
been / done / bought / seen / chosen / driven / flown / forgotten / had / made etc etc.

Slide 8 - Diapositive

Pak blz. 270 er maar eens bij:
Er komen nu 6 multiple choice vragen, waarbij je steeds moet aangeven wat het voltooid deelwoord is van een bepaald onregelmatig werkwoord.

*Als je het niet weet, zoek je het op op blz. 270.

Slide 9 - Diapositive

het voltooid deelwoord van: to freeze
A
froze
B
freezed
C
frozen

Slide 10 - Quiz

het voltooid deelwoord van: eten (in het Engels...)
A
eaten
B
eating
C
ate

Slide 11 - Quiz

het voltooid deelwoord van: to break
A
broken
B
broke
C
breaked
D
breaking

Slide 12 - Quiz

het voltooid deelwoord van: uitgeven (als in: 'geld uitgeven')
A
spend
B
spended
C
spending
D
spent

Slide 13 - Quiz

het voltooid deelwoord van: komen
A
comed
B
came
C
come
D
kom

Slide 14 - Quiz

het voltooid deelwoord van: to leave
A
leaved
B
left
C
leaft
D
leaving

Slide 15 - Quiz

Ga naar de study box op blz. 127:
Kijk naar het stukje waar staat: "Je gebruikt de present perfect:"

Onthoud dat (1) --> "als iets in het verleden is begonnen en nog steeds voortduurt" het lastigst is om te begrijpen, omdat dat in het Nederlands heel anders werkt.

(2) en (3) werken hetzelfde als in het Nederlands.

Slide 16 - Diapositive

Ga naar de study box op blz. 127:
Kijk naar het stukje waar staat: "Je gebruikt de present perfect:"

Onthoud dat (1) --> "als iets in het verleden is begonnen en nog steeds voortduurt" het lastigst is om te onthouden, omdat dat in het Nederlands heel anders werkt.

(2) en (3) werken hetzelfde als in het Nederlands.
Als er dus staat:

"My family and I have lived here since 2016", wat betekent dat dan in het Nederlands?

Of:
"How long have you been at this school?"

Slide 17 - Diapositive

Ga naar de study box op blz. 127:
Kijk naar het stukje waar staat: "Je gebruikt de present perfect:"

Onthoud dat (1) --> "als iets in het verleden is begonnen en nog steeds voortduurt" het lastigst is om te onthouden, omdat dat in het Nederlands heel anders werkt.

(2) en (3) werken hetzelfde als in het Nederlands.
"My family and I have lived here since 2016" = 

Mijn familie en ik wonen hier sinds 2016.

En:
"How long have you been at this school?" = 

Hoe lang zit (ben) je hier al op school?

Slide 18 - Diapositive

You can now work on:
3.2, exercises:

7 (met regelmatige werkwoorden)
8 (met onregelmatige werkwoorden; kijk evt. op blz 270)
9, 11
If you finish early, also do: 10 and 13
Do the 'Versterk Jezelf' opdrachten if necessary.

Slide 19 - Diapositive