Week 3 - Debatteren (introductie)

Niet vergeten
Kies een boek binnen jouw leesniveau, haal het in huis en lees thuis.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Niet vergeten
Kies een boek binnen jouw leesniveau, haal het in huis en lees thuis.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je kent de voorwaarden voor argumentatie
Je weet wat een debat is
Je kent de spelregels van het debat
Je weet hoe een argument opgebouwd kan worden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er sprake van argumentatie?
Waarom?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie denkt dat er wel sprake is van argumentatie?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Debatteren
Wat is een debat?

Waarom is het belangrijk om goed te leren debatteren?

Wat is het verschil tussen een debat en een discussie?

Slide 7 - Diapositive

debat: spelvorm, wedstrijd, je probeert de jury te overtuigen, niet de tegenstander. Je hoeft het persoonlijk niet eens te zijn met het standpunt dat je verdedigt. Je geeft argumenten om de jury/het publiek te overtuigen. Alles doet daarin mee: taal, houding, stem, humor.
Spelregels
  1. Je bent voor of tegen de stelling (en je blijft dat)
  2. Je laat de ander uitpraten
  3. Je staat als je spreekt
  4. Spreken, niet voorlezen
  5. Je overtuigt het publiek
  6. Je reageert op de ander, voordat je een argument geeft
  7. Houd het kort

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelregels
  1. Je bent voor of tegen de stelling (en je blijft dat) 
  2. Je laat de ander uitpraten
  3. Je staat als je spreekt 
  4. Spreken, niet voorlezen
  5. Je overtuigt het publiek, ook met taal, houding en intonatie
  6. Je reageert op de ander, voordat je een argument geeft
  7. Houd het kort

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Argumenteren
Wat maakt een argument krachtig?

"..zoals landschapsvervuilende windmolenparken, zonne-energie...."

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Op het whiteboard zetten:

stp: mondkapjes verplichten op lespleinen
arg: dat maakt veilig lesgeven mogelijk
sub: als iedereen een kapje draagt kan niemand de ander besmetten
Voorbeeld: stel dat een leerling feedback wil krijgen op een tekst die hij schrijft, dan dan kan de docent van dichtbij meekijken op het scherm van de leerling, zonder kans te lopen zelf besmet te raken of een leerling te besmetten.
Zie whiteboard

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions