H8p3

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Het bloed

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Terugblikken
Uitleg
Opdrachten
Volgende les

Slide 3 - Diapositive

Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.

Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.

Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt

Slide 4 - Question de remorquage

Borstademhaling
Inademen
uitademen
Tussenripspieren
Borstkas
Longen
Luchtdruk in longen
Trekken samen
ontspannen
Breder
Smaller
Kleiner
Groter
Kleiner
Groter

Slide 5 - Question de remorquage

Je ademt IN via de BUIKademhaling. Sleep de juiste woorden naar de vakjes.
1. De spieren van het middenrif                                  

2.Hierdoor wordt het middenrif 

3. Je borstholte wordt daardoor


trekken samen
ontspannen
omhoog
omlaag
groter
kleiner

Slide 6 - Question de remorquage

Zet de stappen van de buikademhaling in de goede volgorde. Begin met een inademing en eindig met een uitademing.

1
2
3
4
5
6
7
8
De longen worden groter.
De borstholte wordt kleiner.
De borstholte wordt groter.
Het middenrif beweegt omlaag. De buikwand gaat naar voren

Het middenrif beweegt omhoog. De buikwand gaat terug.

De longen worden kleiner.
Lucht stroomt binnen.
Lucht stroomt naar buiten.

Slide 7 - Question de remorquage

Welk van de antwoorden klopt bij het plaatje van het longblaasje?
A
1= zuurstofrijk bloed Q= zuurstof
B
1=zuurstofarm bloed P=zuurstof
C
1=zuurstofrijk bloed P= zuurstof
D
1=zuurstofarm bloed Q= zuurstof

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er in een longblaasje?
A
Koolstofdioxide gaat je bloed in en Zuurstof gaat eruit
B
Zuurstof en waterdamp gaan je bloed in en koolstofdioxide gaat eruit
C
Zuurstof gaat je bloed in en koolstofdioxide en waterdamp gaan eruit

Slide 9 - Quiz

Wanneer is het zuurstof gehalte in een longblaasje het hoogst?
A
Vlak na het inademen
B
Vlak voor het uitademen
C
Tijdens het uitademen

Slide 10 - Quiz

Uitleg
Bloed bestaat uit:
 - 55 %
        > Bloedplasma

 - 45 %
        > Rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes

Slide 11 - Diapositive

Uitleg
Rode bloedcellen                                                Witte bloedcellen



Vervoeren zuurstof                                 bestrijden ziekteverwekkers
Hemoglobine                         

Slide 12 - Diapositive

Uitleg
Hart bestaat uit:
2 Boezems en 2 Kamers 
Links en rechts zijn gescheiden door harttussenwand



Slide 13 - Diapositive

Uitleg
Hartkleppen
Slagaderkleppen
 Hartslag
1. Boezems trekken samen
2. Kamers trekken samen
3. Hartpauze
                                                                                                                         blz. 51

Slide 14 - Diapositive

Opdrachten
maak opdr. 1, 4, 5, 7, 8 en 9
Klaar? Lees 'Hoe wordt je hartslag geregeld?'
timer
7:00

Slide 15 - Diapositive


Het hart is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 16 - Quiz

De boezems
A
Liggen aan het begin van een slagader
B
Zijn ruimtes in het hart waar slagaders beginnen
C
Liggen tussen de boezem en de kamer
D
Zijn ruimtes in het hart waar aders uitkomen

Slide 17 - Quiz

Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 19 - Quiz

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 20 - Quiz

Via welk bloedvat komt zuurstofrijk bloed de boezem in en welke boezem is dit?
A
Aorta - Rechterboezem
B
Longader - Linkerboezem
C
Holle ader - Rechterboezem
D
Longslagader - Linkerboezem

Slide 21 - Quiz

Afronden
Volgende les

Spullen rustig opruimen
Stoelen netjes aanschuiven

Slide 22 - Diapositive