13.2 inhoud omrekenen

Hoofdstuk 13.2 Inhoud omrekenen
bij
bij
Meten en meetkunde
Rekenen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 13.2 Inhoud omrekenen
bij
bij
Meten en meetkunde
Rekenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

13.1 Inhoud
Leerdoelen: 
Aan het einde van de les:
- weet je wat de eenheden van inhoud zijn
- weet je welke eenheid van inhoud is
- kun je de verschillende inhoudsmaten naar elkaar omrekenen
- kun je de inhoud van maatbekers aflezen
bij
bij

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Inhoud?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Inzicht in inhoudsmaten

Voorbeelden
  • Een fles water van 1 liter.
  • Een glas sinaasappelsap van 1 dl.
  • Een scheutje stroop van 1 cl.
  • Een beetje tandpasta van 1 ml.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juist inhoudsmaat:

In een kopje past 2 .... koffie
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juist inhoudsmaat:

Ik probeer op een dag 1,5 ... water te drinken.
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoudsmaten omrekenen
De standaard gewichtsmaat is de liter. De andere eenheden zijn daarvan afgeleid met de voorvoegsels die je al leerde in de les over lengtematen:

kiloliter - hectoliter - decaliter - liter - deciliter - centiliter - milliliter

Tussen elke eenheid maak je een stapje van factor 10.
We gebruiken alleen de gekleurde eenheden.

Slide 8 - Diapositive

Als de voorvoegsels nog helemaal niet bekend zijn, bekijk dan de les over lengtematen.
Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

inhoud van een object

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vermenig vuldig alle zijden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op de uitdrukking ..3

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is dit in dm3

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen kubieke ..3

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk getal hoort op de puntjes?

30 centiliter is hetzelfde als ... liter.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk getal hoort op de puntjes?

0,08 deciliter is hetzelfde als ... milliliter.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk getal hoort op de puntjes?

0,08 deciliter is hetzelfde als ... milliliter.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


1 kg = 1000 gram
1 gram = 1000 milligram
ONTHOUDEN:

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

=     1 Kilogram



=    1 Gram



=    1 Milligram

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onthoud

1 kg = 1000 gram
1 ton = 1000 kilogram

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zak aardappelen
weeg je in?
A
g
B
kg
C
mg
D
hg

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een potlood weeg je in
A
kg
B
g
C
mg
D
dg

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in:
1 kilo= ......... gram
1 pond = ......... gram
1 ons = ............gram


Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 13.2, 
opdracht 8, 9, 11 tot en met 14 blz. 86 t/m 92

LET OP: berekeningen opschrijven! Weet je iets niet dan vragen

Ben je klaar?
Nakijken & verbeteren
Daarna pak je je leesboek
timer
0:30

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions