Zeus en Io

Zeus en Io
Wat is op deze afbeelding te zien?
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zeus en Io
Wat is op deze afbeelding te zien?

Slide 1 - Diapositive

Wie is Io in de mythologie?
A
De god van de oorlog
B
Een meisje en priesteres van Hera

Slide 2 - Quiz

Welke god wordt verliefd op Io?
A
Neptunus
B
Jupiter
C
Apollo
D
Pluto

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Wat gebeurt er op deze afbeelding?

Slide 5 - Diapositive

Waarin verandert Jupiter Io om haar te 'beschermen'?
A
een koe
B
een vogel
C
een godin
D
een boom

Slide 6 - Quiz

Hoe reageert Hera op Jupiters bedrog?
A
Ze stuurt een horzel
B
Ze negeert het volledig
C
Ze wordt boos op Jupiter

Slide 7 - Quiz

Wat is het gevolg voor Io?
A
Ze reist de wereld rond
B
Ze wordt de koningin van Olympus

Slide 8 - Quiz

'met Argusogen
bekijken'

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat symboliseert Jupiter in de mythe?
A
Liefde en genegenheid
B
Kwetsbaarheid en angst
C
Vrijheid en onafhankelijkheid
D
Macht en autoriteit

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurt er met Io?
A
Ze wordt gered door een held.
B
Ze vlucht naar de aarde.
C
Ze wordt achtervolgd door Jupiter.
D
Ze verandert in een ster.

Slide 17 - Quiz

Hoe reageert Io op Jupiter?
A
Ze voelt zich bedreigd.
B
Ze voelt zich gelukkig.
C
Ze valt hem aan.
D
Ze negeert hem.

Slide 18 - Quiz

Wat is een thema in het verhaal?
A
Avontuur
B
Vriendschap
C
Verlies
D
Machtsmisbruik

Slide 19 - Quiz

Wat vertegenwoordigt Io in het verhaal?
A
De slachtofferrol
B
De boosdoener
C
De getuige
D
De redder

Slide 20 - Quiz

Tekst 4B
Minerva deel 1, p.42

Je hebt thuis vertaald / gelezen: regel 1 tot en met 6.

Slide 21 - Diapositive

Iuppiter Mercurium arcessit.
Jupiter laat Mercurius komen.

Slide 22 - Diapositive

Leg duidelijk uit waarom in deze Latijnse zin 'Mercurium' staat in plaats van 'Mercurius'.

Slide 23 - Question ouverte

Mercurius filius Iovis ... est.
Mercurius is een zoon van Jupiter.

Slide 24 - Diapositive

Iovis (r.2)
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 25 - Quiz

deorum (r.2)
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 26 - Quiz

deorum (r.2)
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 27 - Quiz

Mercurius filius Iovis et nuntius deorum est (r.2).
Mercurius is een zoon van Jupiter en de bode van de goden.

Slide 28 - Diapositive

Leg duidelijk uit waarom in de vertaling van regel 2 verschillende lidwoorden worden gebruikt: 'een zoon van...' en 'de bode van...'.

Slide 29 - Question ouverte

Iuppiter (r.3)
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 30 - Quiz

filio (r.3)
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 31 - Quiz

Hoe identificeer je de stam?
braindump:
- soorten werkwoordstammen?
- bindvocaal?
- strategie?

Slide 32 - Diapositive

dicit (r.3)
Wat is de stam?

Slide 33 - Question ouverte

dormit (r.4)
Wat is de stam?

Slide 34 - Question ouverte

custodit (r.4)
Wat is de stam?

Slide 35 - Question ouverte

nectit (r.5)
Wat is de stam?

Slide 36 - Question ouverte

induit (r.6)
Wat is de stam?

Slide 37 - Question ouverte

In regel 3 geeft Jupiter een opdracht aan zijn zoon. Zeg in eigen woorden welke opdracht dat is.

Slide 38 - Question ouverte

Iuppiter filio dicit: (r.3)
Jupiter zegt tegen zijn zoon:

Slide 39 - Diapositive

"Fili, te Argum interficere iubeo!
"Zoon, ik beveel jou (om) Argus te doden!

Slide 40 - Diapositive

iubeo (r.3)
Geef de persoonsuitgang!

Slide 41 - Question ouverte

Nam Argus numquam dormit ...
Want Argus slaapt nooit ...

Slide 42 - Diapositive

 ... et vaccam semper custodit.
 ... en bewaakt de koe altijd.

Slide 43 - Diapositive

Leg duidelijk uit waarom in de vorige zin 'de koe' moet worden vertaald (en niet 'een koe').

Slide 44 - Question ouverte

Mercurius statim se parat: 
Mercurius maakt zich meteen gereed: 

Slide 45 - Diapositive

Mercurius statim se parat: (r.5)
Wat houdt dit concreet in? Noem drie dingen.

Slide 46 - Question ouverte

talaria pedibus nectit,
hij bindt (de / zijn) vleugelschoenen onder zijn voeten

Slide 47 - Diapositive

Leg uit waarom de vertaling 'zij bindt' voor 'nectit' (r.5) fout is.

Slide 48 - Question ouverte

caduceum gladiumque capit (r.6)
hij pakt zijn herautenstaf en zijn / een zwaard 

Slide 49 - Diapositive

gladiumque (r.6)
Wat betekent dit woord precies?

Slide 50 - Question ouverte

et petasum induit (r.6)
en hij zet zijn / een hoed op.

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Diapositive