Klas 1 week 51 les 1

                            Lesdoelen (buts)


Je gaat nieuwe Franse woorden en zinnen leren die te maken hebben met de dagen van de week, klokkijken en schoolvakken!
Luisteren - Opschrijven - Leren
Wat ga je doen?
Ga naar Arrêt Chapitre 3
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca B op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

                            Lesdoelen (buts)


Je gaat nieuwe Franse woorden en zinnen leren die te maken hebben met de dagen van de week, klokkijken en schoolvakken!
Luisteren - Opschrijven - Leren
Wat ga je doen?
Ga naar Arrêt Chapitre 3
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca B op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Slide 1 - Diapositive




les heures



Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- Kan ik een aantal kloktijden aangeven en begrijpen in het Frans


Slide 3 - Diapositive

Regarde le fragment suivant du Petit Nicolas....
1. De vader van Nicolas wil op vakantie naar ...............................
2. Zijn moeder wil liever naar  ............................................
3. Wie nemen ze mee op vakantie? ............................................

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Les réponses
1. Le père de Nicolas veut aller à la plage
2. Sa mère préfère aller à la montagne
3. La personne qui part avec la famille de Nicolas, c'est la mère de maman = la grand-mère

Slide 6 - Diapositive

les destinations
à la campagne
à la plage
en ville
à la montagne.

Slide 7 - Diapositive

Klokkijken

Slide 8 - Diapositive

Klokkijken



 Il est trois heures.        
Il est ... heures.             

Slide 9 - Diapositive

Klokkijken

Slide 10 - Diapositive

Klokkijken



Il est deux heures et demie.
Il est ... heures et demie.

Slide 11 - Diapositive

Klokkijken

Slide 12 - Diapositive

Klokkijken



Il est cinq heures et quart.
Il est ... heures et quart.

Slide 13 - Diapositive

Klokkijken

Slide 14 - Diapositive

Klokkijken



Il est dix heures moins le quart.
Il est ... heures moins le quart.

Slide 15 - Diapositive

Let op:
il est midi           Het is twaalf uur 's middags
il est minuit          Het is twaalf uur 's nachts

Slide 16 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
Spreekvaardigheid 
Ex. 12 d + e

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 19 - Diapositive