Unidad 1 14-oct-2020

¡Hola! 

¿Qué tal?


Programa
- ¿Qué día es hoy? 
- Quizlet 
- Nieuwe leerstof: Het zelfs. nw. 
- Herhalen voor toets. 
- Video 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

¡Hola! 

¿Qué tal?


Programa
- ¿Qué día es hoy? 
- Quizlet 
- Nieuwe leerstof: Het zelfs. nw. 
- Herhalen voor toets. 
- Video 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Nieuwe leerstof 

Slide 3 - Diapositive

Het Zelfstandig Naamwoord, wat is dat? 

Slide 4 - Diapositive

Welke woorden zijn GEEN Zelf. nw. Sleep de woorden naar het zwarte bord. 
Voorstel 
Stoepje
Verhaal
Blaadje
Klein
Gouden
Klank
Certificaat
Regenen
Callcenter

Slide 5 - Question de remorquage

En in het Spaans? 
Pagina 38 - Reader 

Slide 6 - Diapositive

Maak 2 lijsten: één met mannelijke woorden en één met vrouwelijke woorden 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Het werkwoord 'zijn' in het Spaans
timer
3:00

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Het werkwoord 'hebben' in het Spaans
timer
3:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

DEBERES (HUISWERK) 
Oef. 1.27 a en b

Slide 14 - Diapositive

Maak oefeningen reader in de kanalen
1. pg. 50 oef. 1.7
2. pg. 50 oef. 1.8
3. pg. 52 oef. 1.14
4. pg. 53 oef. 1.15

Slide 15 - Diapositive

In groepen van 3. Je vertelt je klasgenoten   3 dingen die je wel hebt en 3 die je niet hebt. Zie het voorbeeld, maak de zinnen voluit. 
Daarna vertel je aan een van de twee klasgenoten wat de derde heeft. 
- Yo tengo un bolígrafo y un rotulador  (ik heb een pen en een stift) 
 - ¿Y tú?                               ( en jij?) 
- Yo  no tengo bolígrafo, pero tengo un rotulador
(ik heb geen een pen maar ik heb een stift)  
    

- Nomi tiene un bolígrafo y un rotulador 
(Nomi heeft een pen en een stift) 
 - Sascha no tiene bolígrafo,pero tiene rotulador
(Sacha heeft geen pen maar zij heeft een stift)  


Slide 16 - Diapositive

ARROZ                 = Rijst 
VEHÍCULO           =  Voertuig 
EMBARAZADA   = Zwanger 
FOCA                      = Zeehond 
RECTIFICAR        = Rectificeren
Spanish Words "White" People Can't Say

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

Los números
Números de teléfono
Noteer de telefoonnummers die je hoort. Je hoort ze 2 keer

Slide 19 - Diapositive