Ma 26-9 Fictie

Maandag 26 september
Week 39
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maandag 26 september
Week 39

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
- In de vorige les heb je de opdrachten van 1.1, 1.3 en 1.4 afgemaakt.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- In deze les herhalen we een gedeelte voor de toets fictie.
- Je weet wat fictie en wat is non-fictie;
- Je weet wat realistische fictie en niet-realistische fictie is.

Slide 4 - Diapositive

Planning
- Lezen
- Uitleg
- Opdrachten maken

Slide 5 - Diapositive

Wat is een hoofdpersoon? Wat kom je te weten van een hoofdpersoon?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een bijpersoon? Hoe herken je die?

Slide 7 - Question ouverte

De hoofdpersoon (round character) is de belangrijkste persoon. Je komt te weten wat hij/zij denkt en voelt en wat zijn/haar karaktereigenschappen zijn. Er kunnen meerdere hoofdpersonen zijn.

Bijpersonen (flat character) zijn minder belangrijke verhaalpersonen. Je leert ze alleen kennen door wat ze zeggen en wat ze doen. Ze veranderen niet en reageren vaak voorspelbaar.

Personages

Slide 8 - Diapositive

Noem 3 verschillende genres.

Slide 9 - Question ouverte

Genre is een verzameling van dezelfde soort verhalen:
- Avonturenroman
- Historische roman
- Oorlogsroman
- Psychologische roman
- Science fiction
- Thriller


Genre

Slide 10 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een karakterontwikkeling.

Slide 11 - Question ouverte

Je leert in een boek de hoofdpersonen het beste kennen. Wat hoofdpersonen in het verhaal meemaken, kan invloed hebben op hun karaktereigenschappen. Ze kunnen door deze gebeurtenissen veranderen.

Bijvoorbeeld: de hoofdpersoon komt steeds meer voor zichzelf op dus wordt zelfverzekerder of iemand verandert van verlegen in stoer.

Zo’n verandering heet een karakterontwikkeling.


Karakterontwikkeling

Slide 12 - Diapositive

Wat is fictie en wat is non-fictie?

Slide 13 - Question ouverte

Fictie is verzonnen

Non-fictie is niet verzonnen, dus waargebeurd.
Fictie en non-fictie

Slide 14 - Diapositive

Wat is realistische fictie en wat is niet-realistische fictie?

Slide 15 - Question ouverte

Realistische fictie is wel verzonnen, maar heeft geloofwaardige karakters en problemen. Het zou echt gebeurd kunnen zijn.

In niet-realistische fictie komen er gebeurtenissen voor die onmogelijk in het echte leven kunnen voorkomen.
Realistische fictie en niet-realistische fictie

Slide 16 - Diapositive

Nakijken 1.1 en 1.3

Slide 17 - Diapositive

2.1

Opdracht: 1 t/m 11
Maken

Slide 18 - Diapositive

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 19 - Question ouverte