Oefen Toets Franse revolutie 1789 Toetsweek

Oefentoets par 3.1
par 3.2 + 3.4

Verlichting;
Franse Revolutie;
Napoleon

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Oefentoets par 3.1
par 3.2 + 3.4

Verlichting;
Franse Revolutie;
Napoleon

Slide 1 - Diapositive

Wat is de 'Verlichting?'
A
Uitvinding van de straatlantaarns
B
Steeds meer uitvindingen waarbij kennis belangrijker werd dan geloof
C
Steeds meer uitvindingen die het geloof helpen de bijbel te verklaren
D
Het schrijven van een nieuwe vertaling van de bijbel

Slide 2 - Quiz

Hoe werden de ideeën van de verlichting verspreid?
A
Deze ideeën werden gedrukt in boeken en kranten.
B
Er werd op de radio verteld over deze ideeën.
C
Universiteiten gingen lesgeven over de ideeën.
D
Verlichtte denkers bespraken de ideeën in salons.

Slide 3 - Quiz

Denk na over waar de Verlichting voor stond. Wat wilden de Verlichters mee afrekenen?
A
De ratio (het verstand)
B
Altijd luisteren naar de kerk
C
De mens is van nature goed
D
De macht van het volk

Slide 4 - Quiz

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 5 - Quiz

Wat was geen belangrijk kenmerk van de Verlichting?
A
Machtsmisbruik moet voorkomen worden
B
De mens is van nature goed.
C
De koning stond boven de wet
D
De problemen in de wereld waren op te lossen door wetmatigheden op te sporen

Slide 6 - Quiz

Kijk naar de bron. Waarom past dit niet bij de ideeën van de Verlichting?
A

Slide 7 - Quiz

Noem drie oorzaken van de Franse Revolutie. 
Oorzaken
Geen oorzaken
Belastingplicht voor de adel.
Absolute macht van de koning.
Strenge leefregels van de kerk.
Armoede op het platteland.
Bestorming van de Bastille.
De standensamenleving.

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de zinnen naar het goede vak
Geen gevolg van de Franse Revolutie
Een gevolg van de Franse Revolutie
Alle Fransen werden even rijk
Afschaffing van het koningschap
De adel grijpt de macht
Boeren gaan Frankrijk besturen
Gelijke rechten voor alle Fransen

Slide 9 - Question de remorquage

Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.

Slide 10 - Question de remorquage

Welke gebeurtenis vormt het begin van de Franse Revolutie?

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand,
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 12 - Question de remorquage

Sleepvraag. Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een vernieuwde grondwet.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.

Slide 13 - Question de remorquage

De Franse Revolutie
Terreur
Dictatuur

Slide 14 - Question de remorquage

Ze de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Lodewijk onthoofd!
Napoleon grijpt de macht
Grondwet in Frankrijk
Franse revolutie

Slide 15 - Question de remorquage

Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een vernieuwde grondwet.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.

Slide 16 - Question de remorquage

Ze de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Franse veroveren Nederland
Napoleon grijpt de macht
Grondwet in Frankrijk
Franse revolutie

Slide 17 - Question de remorquage

Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
De ongelijkheid van mensen werd versterkt.
Er kwam een grondwet.
Frankrijk werd een Republiek
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.

Slide 18 - Question de remorquage

Welke gebeurtenis vormt het begin van de Franse Revolutie?

Slide 19 - Question de remorquage

Voor de Franse Revolutie
Tijdens/na de Franse Revolutie
Monarchie
Grondwet
Standen
Gelijkheid

Slide 20 - Question de remorquage

Slide 21 - Vidéo


De Terreur
1793-1794



  • De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale revolutionairen.
  • De leider  is Robespierre.
  • Alle tegenstanders werden onthoofd onder de guillotine 

Slide 22 - Diapositive

Einde Terreur 1794

  • Frankrijk arm en nog steeds in oorlog
  • Hoe nu verder?
  • Willen we een nieuwe koning?
  • Willen we verder met een revolutie? 
  • Men verlangde naar een sterke leider

Slide 23 - Diapositive

Napoleon
  • Napoleon Bonaparte 
  • geboren op Corsica (1769)
  • generaal in het Leger
  • Daadkrachtig 

Slide 24 - Diapositive

Napoleon



  • situatie in FR.: --> bijna een koningsgezinde opstand: neergeslagen door Napoleon.
  • benoemd als Legerleider van het Frans-Italiaanse leger
  • kon orde op zaken stellen: 1799 staatsgreep
  • In 1804 benoemt hij zichzelf tot keizer

Slide 25 - Diapositive

Positieve gevolgen
Code Napoléon:
  • Wetboek van Napoleon
  • Alle mensen dezelfde wetten en straffen

Schaft in veroverde gebieden de standenmaatschappij af

Slide 26 - Diapositive

Absoluut Keizer 

  • Schaft vrijheid van meningsuiting af
  • Censuur wordt weer ingevoerd
  • Iedereen wordt in de gaten gehouden

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Napoleon verovert Europa
  • Kan Engeland niet verslaan.

  • Voert het Continentaal Stelsel in.

  • Er mag geen enkel land meer handel drijven met de Engelsen. 

Slide 29 - Diapositive

Napoleon weet niet van ophouden
Strijd tegen Rusland
  • Tactiek van de 'verschroeide aarde'
  • Honger, ziekte en vooral kou
  • 18.000 van 600.000 soldaten overleven



Slide 30 - Diapositive

Ondergang Napoleon
Napoleon verslagen bij Leipzig (1813)
  • Verbannen naar het eiland Elba
  • Weet te ontsnappen --> nieuwe oorlog

Napoleon definitief verslagen bij Waterloo
  • Verbannen naar het eiland Sint Helena
  • Hier sterft hij in 1821

Slide 31 - Diapositive

Check

Slide 32 - Diapositive

Wat hoort NIET bij Napoleon's beleid?
A
Adel en geestelijken krijgen voorrechten niet terug
B
Scheiding der machten (regering van meerderen)
C
Een grondwet waar iedereen gelijk is
D
Standensamenleving blijft afgeschaft

Slide 33 - Quiz

Sleep het begrip naar de juiste omschrijving.
Napoleon keizer van Frankrijk
Napoleon wordt dictator
Napoleon verslagen bij Waterloo
Napoleon valt Rusland aan
Napoleon wordt verbannen naar Elba
1804
1813
1812
1799
1815

Slide 34 - Question de remorquage

Wat zijn zaken die wij nu in Nederland terug kunnen zien uit de tijd dat Napoleon hier de baas was.
A
achternamen
B
burgerlijke stand
C
Franse taal op school
D
het heliocentrisch wereldbeeld

Slide 35 - Quiz

Wat is de Code Civil of Code Napoleon?
A
Een handboek voor oorlogvoeren
B
Een andere naam voor de grondwet
C
Een kookboek
D
Een nieuw wetboek

Slide 36 - Quiz

Wie kwam na Napoleon aan de macht in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Lodewijk I
D
Karel I

Slide 37 - Quiz

Wat was een oorzaak van de populariteit van Napoleon in Frankrijk?
A
de manier waarop hij het katholieke geloof verdedigde.
B
zijn pogingen van Frankrijk een democratie te maken
C
zijn succes in de oorlog tegen Rusland
D
zijn successen in oorlogen tegen Pruisen en de Republiek

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

Dit was het einde van deze lesson-up.

Succes met leren voor de toetsweek!

Slide 40 - Diapositive