Leesv. 3h - periode 1 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Aan het einde van deze les weet ik beter hoe het ook alweer zat met de hoofdgedachte en heb ik verder gewerkt aan taak 1

• Hoofdgedachte                                                               15 min
• Zelfstandig aan je weektaak werken                     25 min.
• Afsluiter

Wat weet je nog over de hoofdgedachte van een tekst?

Uitleg: hoofdgedachte

Ik snap precies hoe je de hoofdgedachte van een tekst formuleert

Werk aan taak 1

Ik weet niet exact hoe je de hoofdgedachte van een tekst formuleert

Luister naar de uitleg

Het onderwerp van een tekst

Waar gaat de tekst over in één of enkele woorden?

• Kijk naar de titel, inleiding + het slot 
• Welk woord komt het vaakst voor? Waar gaat de tekst over? 
• Wees zo specifiek mogelijk 

TIPS

De hoofdgedachte formuleren

Je vindt de hoofdgedachte door eerst te bedenken wat het onderwerp van de tekst is. Vervolgens zoek je op wat de belangrijkste boodschap van de schrijver over dat onderwerp is.

• Kijk naar de titel, inleiding + het slot om de hoofdgedachte te bepalen. Soms gebruik je ook de kernzinnen 
• De hoofdgedachte moet je in één zin kunnen opschrijven (= mini-samenvatting) 
• De hoofdgedachte is nooit een vraag 

TIPS

Stap 1: voorspellen

Lees de tekst oriënterend, zodat je een eerste indruk van de tekst krijgt. Formuleer het onderwerp van de tekst.

cynthia.nl

Het onderwerp van de tekst is:
(waar gaat de tekst over?)

Stap 2: lezen

Lees nu de tekst globaal en formuleer voor jezelf de hoofdgedachte in je schrift.

Stap 3: bespreken

Bespreek de hoofdgedachte die je hebt geformuleerd met je elleboogpartner en probeer samen één goede zin te formuleren. Vul deze zin in bij de volgende slide.

De hoofdgedachte van de tekst is:

Ik weet hoe ik het onderwerp van een tekst kan formuleren.

Ja

Nee

Ik moet nog wat vaker oefenen.

Ik weet hoe ik de hoofdgedachte van een tekst kan formuleren.

Ja

Nee

Ik moet nog wat vaker oefenen.

Dinsdag 1 oktober:

- Leesvaardigheid taak 1

- Werkwoordspelling taak 3

HOE:  eerste 10 minuten in stilte, daarna fluisterend overleggen

HULP:  ons theoriedocument (Classroom) 
              je elleboogpartner

              je docent 

KLAAR:  werkwoordspelling 

Wat weet je over de hoofdgedachte van een tekst?