Opdrachten inhoud les 2

Opdrachten bij inhoud
Je krijgt zo een aantal opdrachten die te maken hebben met inhoud en het omrekenen van maten. 
Je krijgt er ook steeds eerst een beetje uitleg bij om je te helpen. 
Heel veel succes!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
praktisch rekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Opdrachten bij inhoud
Je krijgt zo een aantal opdrachten die te maken hebben met inhoud en het omrekenen van maten. 
Je krijgt er ook steeds eerst een beetje uitleg bij om je te helpen. 
Heel veel succes!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

1,6 L
Hoeveel L en hoeveel dl is dat?
(kijk nog even naar de vorige pagina als je twijfelt)
A
1 L en 6 dl
B
1 L en 60 dl
C
10 L en 60 dl

Slide 3 - Quiz

1,8 L
Hoeveel L en hoeveel dl is dat?

A
8 L en 1 dl
B
1 L en 8 dl
C
18 L en 8 dl

Slide 4 - Quiz

1,9 L
Hoeveel L en hoeveel dl is dat?

A
9 dl en 1 L
B
9 L en 1 dl
C
1 dl en 9 L

Slide 5 - Quiz

Pannenkoeken
3 eieren
3 dl melk
zout
150 g bloem
1 el bakpoeder
2 el boter

Slide 6 - Diapositive


Je hebt 3dl melk nodig om pannenkoeken te maken. Hoeveel L is dat?
A
3 L
B
3,0 L
C
0,3 L

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er als je 4 dl in plaats van 3 dl melk gebruikt?

Slide 8 - Question ouverte

Wat gebeurt er als je 2 dl in plaats van 3 dl melk gebruikt?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

1 dl = 10 cl
2 dl = 20 cl
3 dl = 30 cl
1 ,5 dl = 15 cl
2,5 dl = 25 cl
3,5 dl = 35 cl
Kijk goed naar de getallenlijn en de voorbeelden : 

Slide 11 - Diapositive


5 dl = ....... cl
A
5
B
50
C
500

Slide 12 - Quiz


8 dl = ....... cl
A
80
B
0,8
C
8

Slide 13 - Quiz


7,5 dl = ....... cl
A
75
B
750
C
0,75

Slide 14 - Quiz


3,5 dl = ....... cl
A
0,35
B
35
C
350

Slide 15 - Quiz


4,8 dl = ....... cl
A
4,8
B
0,48
C
48

Slide 16 - Quiz


11 dl = ....... cl
A
111
B
110
C
0,11

Slide 17 - Quiz

 Kijk goed naar de getallenlijn en de voorbeelden : 
1 L = 100 cl
2 L = 200 cl
3 L = 300 cl
1,5 L = 150 cl
2,5 L = 250 cl
3,5 L = 350 cl

Slide 18 - Diapositive


7 L = ............. cl
A
7
B
70
C
700

Slide 19 - Quiz


3 L = ............. cl
A
0,3
B
300
C
3000

Slide 20 - Quiz


9 L = ............. cl
A
90
B
9000
C
900

Slide 21 - Quiz


2,5 L = ............. cl
A
25
B
0,25
C
250

Slide 22 - Quiz


8,5 L = ............. cl
A
850
B
85
C
8,5

Slide 23 - Quiz


6,35 L = ............. cl
A
635
B
63,5
C
6,35

Slide 24 - Quiz

 Kijk goed naar de getallenlijn en de voorbeelden : 
100 cl =10 dl
200 cl = 20 dl
300 cl = 30 dl
150 cl = 15 dl
250 cl = 25 dl
350 cl = 35 dl

Slide 25 - Diapositive


500 cl = .......dl
A
50
B
5
C
0,5

Slide 26 - Quiz


400 cl = .......dl
A
4000
B
40
C
4

Slide 27 - Quiz


80 dl = ............cl
A
8
B
800
C
8000

Slide 28 - Quiz


630 cl = .......dl
A
63
B
6,30
C
630

Slide 29 - Quiz


798 cl = .......dl
A
7,98
B
0,798
C
79,8

Slide 30 - Quiz