2V kloktijden en bez.vnw

Kloktijden
Ik kan de kloktijden in het Duits
uitschrijven
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kloktijden
Ik kan de kloktijden in het Duits
uitschrijven

Slide 1 - Diapositive

Buch Seite 101

Slide 2 - Diapositive

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is negen uur.
Denk aan hoofdletters en punt!
Uhrzeit
1/8

Slide 3 - Question ouverte

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is kwart over twaalf.

Slide 4 - Question ouverte

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is half 8.

Slide 5 - Question ouverte

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is tien voor zes.

Slide 6 - Question ouverte

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is twintig over twee

Slide 7 - Question ouverte

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is twintig voor vijf.

Slide 8 - Question ouverte

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is kwart over zeven.

Slide 9 - Question ouverte

Vul in: Uhr of Stunde(n).
Am Montag endet die Schule um drei ... .

Slide 10 - Question ouverte

Vul in: Uhr of Stunde(n).
Das Training dauert zwei ... .

Slide 11 - Question ouverte

Vul in: Uhr of Stunde(n).
Die Pause ist van ein ... bis halb zwei.

Slide 12 - Question ouverte

Vul in: Uhr of Stunde(n).
Die Pause dauert eine halbe ... .

Slide 13 - Question ouverte

Vul in: Uhr of Stunde(n).
Die erste ... beginnt um halb neun und dauert eine ... .

Slide 14 - Question ouverte

Vul in: Uhr of Stunde(n).
Wir haben zwei ... auf den Bus gewartet!

Slide 15 - Question ouverte

in
op/in
van...tot
om
im
am
von...bis
um

Slide 16 - Question de remorquage

De vertaling van op woensdag is:
.... Mittwoch

Slide 17 - Question ouverte

Je spreekt met een vriend(in) af en je wilt zeggen hoe laat je bij hem/haar bent.
Ich bin ... drei Uhr bei dir.
Uhrzeit
8/8

Slide 18 - Question ouverte

Je vriend vraagt hoe lang je feestje duurt. Je antwoordt:
Meine Party dauert .... drei ... elf Uhr.

Slide 19 - Question ouverte

De vertaling van 'in maart' is:
... März

Slide 20 - Question ouverte

Ik kan de regels van de lidwoorden toepassen

Slide 21 - Diapositive

Stunde
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz

März
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quiz

Restaurant
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

Landschaft
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quiz

Bäumchen
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quiz

Welke Duitse bezittelijk voornaamwoorden ken je?
De bezittelijk
voornaamwoorden

Slide 27 - Carte mentale

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

(jouw) Speisekarte (v)

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

(mijn) Stundenplan (m)

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

(haar) Bücher (mv)

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

(onze) Lehrer (m)

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

(zijn) Frau

Slide 32 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

(jullie) Klassenzimmer (o)

Slide 33 - Question ouverte