herhaling neerslag

Welk doel heb jij geoefend? Noteer het doel en de opgave hieronder.
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welk doel heb jij geoefend? Noteer het doel en de opgave hieronder.

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Diapositive

Doelen voor vandaag
Je kunt een oplosvergelijking opstellen.
Je kunt een neerslagvergelijking en een indampvergelijking opstellen.
Je kunt rekenen met de mol, verschillende percentages, molair volume en molariteit in relatie tot een vergelijking.

Slide 3 - Diapositive

Neerslagreacties
  • In een zoutoplossing bevinden zich losse ionen.
  • Bij samenvoegen van zoutoplossingen, ontstaat er soms een slecht oplosbaar zout.
  • Je ziet een suspensie ontstaan (troebel mengsel).
  • Er is sprake van een neerslagreactie.

Slide 4 - Diapositive

Neerslagreacties
  1. Maak een mini-oplosbaarheidstabel met de ionen uit beide oplossingen.
  2. Vul 'g' of 's' in m.b.v. Binas 45A.
  3. Als een combinatie van ionen een 's' oplevert, geef je hiervan de reactievergelijking.

Slide 5 - Diapositive

Neerslagreactie: lood(II)jodide
1. Mini-oplosbaarheidstabel
(Binas 45A)

2. Pb2+ en I- geven een neerslag (letter 's')
3. Reactievergelijking: Pb2+ (aq) + 2 I- (aq) -> PbI2 (s)
4. Kleur is te vinden in Binas 65B (geel)

Slide 6 - Diapositive

Let op! dit is geen indampvergelijking. Het lijkt er wel op!
Een oplossing natriumcarbonaat wordt bij een oplossing calciumchloride gevoegd.

Slide 7 - Diapositive

Ontstaat er een neerslagreactie? Zo ja, geef de vergelijking.
Oplossing natriumchloride + oplossing zilvernitraat.

Slide 8 - Question ouverte

Je kunt rekenen met de mol, verschillende percentages, molair volume en molariteit in relatie tot een vergelijking.
Wordt nu even: je kunt rekenen met molariteit in relatie tot een neerslagreactie.

Slide 9 - Diapositive

Oefen ook C18 (uitlegfilm op IL). Stel er is een bepaalde molariteit van de natriumchloride-oplossing en een bepaalde molariteit van de zilvernitraat-oplossing. Hoe kan ik bereken hoeveel mol van het neerslag ontstaat? Noteer hieronder de stappen.

Slide 10 - Question ouverte