H7 Materialen - les 1 - 3A3

H7 materialen
Lesplanning
  1. Uitleg soortelijke warmte
  2. §7.2 opgave 15, 16, 18 en 21
  3. Practicum warmtecapaciteit
  4. Poster planeten
  5. Uitleg drijven, zweven en zinken
    (evt. volgende les)

HW: opgaven §7.1 (dichtheid)
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H7 materialen
Lesplanning
  1. Uitleg soortelijke warmte
  2. §7.2 opgave 15, 16, 18 en 21
  3. Practicum warmtecapaciteit
  4. Poster planeten
  5. Uitleg drijven, zweven en zinken
    (evt. volgende les)

HW: opgaven §7.1 (dichtheid)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les ...
  • kan je uitleggen wat de soortelijke warmte van een materiaal is;
  • kan je bereken hoeveel energie er nodig is om een stof op te warmten;
  • heb de de warmtecapaciteit van een joulemeter bepaald.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


§7.2 Warmte

soortelijke warmte

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur & warmte
Temperatuur bewegingsenergie van de moleculen

Warmte is een vorm van energie.
warmte toevoegen --> temperatuur stijgt
warmte onttrekken --> temperatuur daalt

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmte of temperatuur?
De vonken van sterretjes voel je nauwelijks op je hand. Toch is de temperatuur van zo'n vonkje wel degelijk een paar duizend graden Celsius. De vonk koelt snel af als hij je huid raakt. De vonk is zo klein dat hij maar weing warmte afgeeft. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opwarmen
Verschillende materialen

Temperatuur 1 ºC omhoog:
  • 1 gram ijzer 🡪 0,46 joule
  • 1 gram water 🡪 4,2 joule

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum 

Soortelijke warmte

Slide 7 - Diapositive

Opstelling docententafel
Soortelijke warmte
  • De soortelijke warmte is de hoeveelheid warmte die een stof opneemt (of afstaat bij daling temperatuur) om de temperatuur van 1 gram van de stof 1 ⁰C toe te laten nemen

  • Temperatuur 1 ºC omhoog:
    - 1 gram ijzer 🡪 0,46 joule soortelijke warmte ijzer: 0,46 J/(g·ºC)
    - 1 gram tin 🡪 0,22 joule soortelijke warmte tin: 0,22 J/(g·ºC) 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave
Een waterkoker (2400 W) verwarmt 1,5 L water (c=4,2 J/g/⁰C) van 20 ⁰C tot 100⁰C. 
A. Bereken hoeveel warmte de waterkoker moet leveren. 

B. Bereken hoeveel minuten de waterkoker daarover doet.
Ga ervanuit dat er geen energie verloren gaat.
Gegevens:
cwater = 4,2 J/g/⁰C
P = 2400 W
V = 1,5 L 
ΔT = 80 ⁰C
Q = ?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
§7.2 opgave 15, 16, 18 en 21
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtecapaciteit
van de joulemeter

Het aantal joule dat een voorwerp
nodig heeft om één graad warmer
te worden noemen we de
warmtecapaciteit. 


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opstelling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je klaar bent ...
Posteropdracht planeten
                       
Proef 1 
 Bepalen warmtecapaciteit joulemeter

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


§7.1 dichtheid

drijven, zinken en zweven

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De formule van dichtheid
dichtheid=volumemassa
ρ(cm3g)=V(cm3)m(g)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Massa berekenen
ρ = 23 g/cm³
V = 200 cm³ 
m = ... g

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume berekenen
ρ = 12 g/cm³
m = 132 g
V = ... cm³

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gouden ketting heeft een massa van 35 g. De dichtheid van goud is
19,3 g/cm³. Bereken het volume.
A
35 : 19,3 = 1,8 cm³
B
19,3 : 35 = 0,55 cm³
C
35 x 19,3 = 675,5 cm³

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De dichtheid = 2,5 g/cm³.
Het volume = 4 cm³.
Bereken de massa.
A
4 : 2,5 = 1,6 g
B
2,5 : 4 = 0,625 g
C
2,5 x 4 = 10 g

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm³
Bereken het volume.
A
15 : 3 = 5 cm³
B
3 : 15 = 0,2 cm³
C
15 x 3 = 45 cm³

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid omrekenen:
10 g/cm³ = .... g/dm³
A
10 000
B
1000
C
0,01
D
0,001

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6530 kg/m³ = ... kg/dm³
A
653
B
6,530
C
0,6530
D
653000

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
§7.1 opgave 3, 4, 6 en 7

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les ...
  • kan je rekenen met dichtheid;
  • kan je berekenen hoever een voorwerp in een vloeistof zakt; 
  • kan je uitleggen wat de soortelijke warmte van een materiaal is;
  • heb de de warmtecapaciteit van een joulemeter bepaald.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom blijf je drijven in
de dode zee?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions