Warmte - Verwarmen
1 / 18
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Als iemand op een warme zomerdag zegt: "Ik heb last van de warmte." Gaat het dan om de warmte of de temperatuur?
A
Warmte
B
Temperatuur
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Welke energie-omzetting vindt er plaats bij het verbranden van benzine in een auto?
Slide 5 - Question ouverte
Welke energie-omzetting vindt er plaats als een lamp aan staat.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Schets een energiestroomdiagram van een lamp. Er wordt 10.000 Joule elektrische energie omgezet in 9.500 Joule licht en 500 Joule warmte.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
De krultang van Loredana heeft een vermogen van 120 Watt. Het duurt 45 seconde voor de krultang warm genoeg is om deze te gebruiken. Bereken hoeveel energie de krultang gebruikt heeft om op te warmen.
Slide 11 - Question ouverte
Een lamp heeft een vermogen van 30 Watt en heeft 36.000 Joule energie verbruikt. Bereken hoeveel minuten de lamp heeft aan gestaan.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
De soortelijke warmte van water is 4,18 J/(gx*C). Er wordt 200 gram water verwarmd. Het water wordt van 18 naar 100 graden verwarmd. Bereken hoeveel warmte er vrij kwam bij de verwarming van het water.
Slide 15 - Question ouverte
De soortelijke warmte van benzine is 2100 J/(gx*C). Er wordt 5 gram benzine verbrand. De benzine werd van 20 naar 220 graden verwarmd. Bereken hoeveel warmte er vrij kwam bij de verbranding van benzine.
Slide 16 - Question ouverte
De soortelijke warmte van water is 4,18 J/(gx*C). Er wordt 200 gram water in een waterkoker met een vermogen van 1500 Watt verwarmd. Het water wordt van 18 naar 100 graden verwarmd. Bereken hoeveel seconde het duurt voordat het water gekookt is. Rond af op 1 decimaal.
(tip: bereken eerst Q en dat is dan E in de formule E=Pxt)
(tip: bereken eerst Q en dat is dan E in de formule E=Pxt)
