Spel leefregels - onthaaldagen 1ste graad '24-'25

De Resonant
Ben je competitief of kijk je de kat liever uit de boom?
Win je graag? 
Let's go!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Resonant
Ben je competitief of kijk je de kat liever uit de boom?
Win je graag? 
Let's go!

Slide 1 - Diapositive

Verzin een naam voor jullie groep.
Let op de timer!
timer
2:00

Slide 2 - Question ouverte

Raadsels
Je krijgt telkens drie minuten de tijd om in groep het antwoord te zoeken op een raadsel.
Juist -> De groep wint een symbool. Toon die NIET aan anderen.
                 Je hebt de symbolen nodig voor het eindspel
Fout -> De groep wint niets

Slide 3 - Diapositive

Een vliegtuig stort neer precies op de grens tussen China en Rusland. Waar worden de overlevenden begraven?
timer
3:00

Slide 4 - Question ouverte

2 Moeders en 2 dochters gaan uit eten. Iedereen eet 1 hamburger. Toch worden er maar 3 hamburgers gegeven. Hoe kan dat?
timer
3:00

Slide 5 - Question ouverte

Noem 3 opeenvolgende dagen zonder de volgende 7 woorden te gebruiken: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.
timer
3:00

Slide 6 - Question ouverte

Jantje zijn vader heeft drie kinderen. Kwik, kwek en ...?
timer
3:00

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel maanden met 28 dagen zijn er?
timer
3:00

Slide 8 - Question ouverte

Door welke uitvinding kan je door de dikste muren heen kijken?
timer
3:00

Slide 9 - Question ouverte

Als je het zegt dan hoor je niets.
timer
3:00

Slide 10 - Question ouverte

Het verbindt ons wereldwijd.
timer
3:00

Slide 11 - Question ouverte

Er staan drie huizen in brand. Eentje is gemaakt van riet, eentje van hooi en eentje van noedels. Welke gaat de ambulance eerst blussen?
timer
3:00

Slide 12 - Question ouverte

  1. Waar worden de overlevenden begraven?
  2. 2 Moeders en 2 dochters gaan uit eten. Iedereen eet 1 hamburger. Toch worden er maar 3 hamburgers gegeven. Hoe kan dat
  3. Noem 3 opeenvolgende dagen zonder...
  4. Jantje zijn vader heeft drie kinderen. Kwik kwek en…?
  5. Hoeveel maanden met 28 dagen zijn er?
  6. Door de dikste muren heen kijken?
  7. Als je het zegt dan hoor je niets.
  8. Het verbindt ons wereldwijd.
  9. Er staan drie huizen in brand. . Welke gaat de ambulance eerst blussen?













Wat met de symbolen? 
1. Nergens, want overlevenden hoef je niet te begraven!
Het waren een oma, moeder en een kleindochter.
Gisteren, vandaag en morgen.
Jantje
Alle maanden.
Het raam
Stilte/stil
Internet
Een ambulance blust niet. 

Slide 13 - Diapositive


Opdracht:
Koppel het juiste symbool aan de juiste regel. 
Let op: Dit is hetzelfde blad per groep, let op voor spionnen! 

Klaar? 
--> Sta met zen allen recht en steek je handen in de lucht!
--> De leerkracht controleert. 
--> Als eerste correct? Jullie groep wint!





Wat met de symbolen? 
timer
2:00

Slide 14 - Diapositive