10.1 - Opgroeien

2D Biologie
Start H10 + §10.1 Opgroeien

Pak voor je: leerboek, schrift, wisbord.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2D Biologie
Start H10 + §10.1 Opgroeien

Pak voor je: leerboek, schrift, wisbord.

Slide 1 - Diapositive

Start H10: Je verandert
Wat gaan we doen?
  • Start samen lezen;
  • Uitvoering 1 - 6 maken (blz. 249);
  • Opdracht 1 en 2 zelfstandig;
  • Opdrachten bespreken.

Slide 2 - Diapositive

§10.1 Opgroeien
Je hebt nodig:
ALLEEN schrift en wisbord!

Slide 3 - Diapositive

Puberteit is een levensfase.
Welke zijn er nog meer?

Slide 4 - Carte mentale

Levensfasen
  • Baby =            0 - 1,5 jaar
  • Peuter =          1,5 - 4 jaar
  • Kleuter =         4 - 6 jaar
  • Kind =              6 - 12 jaar
  • Puber =           12 - 17 jaar
  • Adolescent =   17 - 21 jaar
  • Volwassene =  21 - 60 jaar
  • Oudere =         60 - .... jaar

Adolescent = jongvolwassene

Slide 5 - Diapositive

geen groei, zorg voor kinderen
groei, leren rennen, leren praten
geslachtsorganen worden werkzaam
afronding van de hersenontwikkeling
gezichten herkennen
Baby

Peuter
Puber
Adolescent
Volwassene

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Lien

Lichamelijke en geestelijke ontwikkeling
  • Bij lichamelijke ontwikkeling verandert je lichaam;

  • Bij geestelijke ontwikkeling verandert je verstand;

  • Bedenk bij deze afbeelding voor beide ontwikkelingen een voorbeeld.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Hoe verander je dan?
Je verandert onder invloed van hormonen.
Hormonen zijn regelstoffen die zich kunnen binden aan cellen.

Slide 10 - Diapositive

Je maakt (tot 12:00):
Opdrachten 1 t/m 9 van §10.1

Klaar?
Nakijken => inleveren => lezen in je leesboek!

Slide 11 - Diapositive

Je hypofyse - de hormoonklier
De puberteit begint in je hersenen.
De hypofyse maakt hormonen aan die de puberteit op gang brengen.

Slide 12 - Diapositive

Groei in de puberteit
  1. Je hypofyse geeft groeihormonen af aan het bloed;
  2. Groeihormonen komen via het bloed bij alle cellen in je lichaam;
  3. Alleen de cellen waarop het groeihormoon past gaan reageren en gaan sneller delen (celdeling);
  4. Cellen worden groter, dit heet celgroei. Daarna kunnen ook deze cellen zich weer delen. 

Slide 13 - Diapositive

Botgroei
  • Waar? Uiteinden van de pijpbeenderen, kaak, heupen;

  • Wat? Kraakbeencellen zitten in groeischijven;

  • Wat gebeurt er als je stopt met groeien? Groeischijven waren van kraakbeen, veranderen nu in been.

Slide 14 - Diapositive

De hypofyse maakt dus een groeihormoon waardoor cellen gaan delen. Gebeurt dit overal in je lichaam evenveel tijdens de pubertijd?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de verschillen tussen man en vrouw qua groei?

Slide 16 - Diapositive

Hoe komt het dat je lichaam een groeispurt doormaakt in de puberteit?
A
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je overal celdeling krijgt.
B
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in je botten krijgt.
C
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in de groeischijven van je botten krijgt.

Slide 17 - Quiz

Wat is de goede volgorde van de celdeling?
A
Celdeling - kerndeling - celgroei
B
celgroei- kerndeling - celdeling
C
Kerndeling - celgroei - celdeling
D
Kerndeling - celdeling - celgroei

Slide 18 - Quiz

In de volgende video vinden zowel lichamelijke als geestelijke ontwikkelingen plaats.

Bedenk welke dit zijn. Er komt na het filmpje hier een vraag over.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Noem uit de video een voorbeeld van een lichamelijke en een geestelijke ontwikkeling.

Slide 21 - Question ouverte

Doelwitorganen
Wat zie je? Schematische afbeelding van hormonen en cellen met receptoren. Aan bepaalde kraakbeencellen binden alleen groeihormonen


  • Welke cel kan deze kraakbeencel voorstellen? 

Slide 22 - Diapositive

Bekijk het plaatje. Kan elk hormoon zich aan elke cel in het lichaam binden?

Slide 23 - Question ouverte

Oefening
Wat? opdracht 10 t/m 20 van §10.1;

Wanneer? Huiswerk voor volgende week dinsdag;
Hoe? In je werkboek;
Klaar? Lees paragraaf §10.2;
Vragen? Vraag je buur. Daarna pas de leraar;
Tijd? Tot het einde van de les.





Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo