4. Helpende - Sociale en recreatieve activiteiten

Sociale en recreatieve activiteiten
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
LOBMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Sociale en recreatieve activiteiten

Slide 1 - Diapositive

Welkom
  • Start
  • Periode 1
  • Doelen en verwachtingen
  • Theorie
  • Start LWP
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Periode 1

Slide 3 - Diapositive

Doelen
  • Je weet wat sociale en recreatieve activiteiten zijn
  • Je hebt basiskennis van gesprekstechnieken en begeleidingswijze
  • Je hebt basiskennis van groepsprocessen
  • Je kunt een groepsactiviteit voorbereiden
  • Je kunt assisteren tijdens een groepsactiviteit
  • Je kunt het groepsklimaat positief beïnvloeden
  • Je kunt een groepsactiviteit afronden

Slide 4 - Diapositive

Hoe was je weekend?

Slide 5 - Carte mentale

Waarvoor gebruik je een dagritme kaart?
A
Geheugentraining met ouderen
B
Geen idee
C
Om gedrag te veranderen
D
om je structuur te bieden

Slide 6 - Quiz

Wat betekent SMART bij doelen stellen?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is zelfredzaamheid?

Slide 8 - Question ouverte

Theorie uit het boekje
Start met het theorie boekje

maken t/m blz 33

Let op doe opdracht 35 als 1 groep
timer
30:00

Slide 9 - Diapositive

Welk woord kende je nog niet?

Slide 10 - Carte mentale

Welke vragen heb jij over de theorie?

Slide 11 - Question ouverte

LWP sociale en recreatieve activiteiten
  • Je eerste LWP
  • ETO
  • de groene bolletjes
  • 1e opdracht doornemen

Slide 12 - Diapositive

LWP sociale en recreatieve activiteiten
In de zorg en sport zijn veel verschillende soorten mensen waarmee je werkt. Een groep mensen wordt ook wel een doelgroep genoemd. Je kan werken met verschillende doelgroepen. Als medewerker dienstverlening is het goed om je verdiepen in je doelgroep waarmee je werkt. 

Maak een beschrijving van de doelgroep waarmee jij werkt of mee gaat werken. Maak de beschrijving op 1 A4. 

Beschrijf het volgende:
  • Waar loop je stage?
  • Doelgroep 
  • Leeftijd 
  • Stuk je ontwikkeling 
  • Wat is belangrijk met deze doelgroep?

Slide 13 - Diapositive

Evaluatie
Hoe kijk je terug, wat ging goed, wat kan beter

Slide 14 - Question ouverte