Hoofdstuk 1, paragraaf 3

Primair inkomen
Je kent de 5 soorten primair inkomen
Je snapt waarom toegevoegde waarde dezelfde hoogte geeft als het primair inkomen

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Primair inkomen
Je kent de 5 soorten primair inkomen
Je snapt waarom toegevoegde waarde dezelfde hoogte geeft als het primair inkomen

Slide 1 - Diapositive

Wat is ook alweer toegevoegde waarde?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe voeg jij met jouw baantje waarde toe?

Slide 3 - Question ouverte

Zelf je huis schilderen
A
BBP stijgt
B
BBP daalt
C
BBP blijft gelijk

Slide 4 - Quiz

20 drankjes drinken (en zelf betalen dames) in zaal Dijk:
A
BBP stijgt
B
BBP daalt
C
BBP blijft gelijk

Slide 5 - Quiz

Bedrijfskolom brood

Slide 6 - Diapositive

Hoe groot is de toegevoegde waarde van de scooterfabriek
A
€ 785
B
€ 670
C
€ 165
D
€ 1.290

Slide 7 - Quiz

Subjectieve methode 
Subjecten = personen

Optelsom van de beloning van de productiefactoren (inkomens) in een land. De optelsom van alle inkomens geeft het NBI (Netto binnenlands inkomen = Netto binnelands product)

Kortom: BBP = Inkomen van iedereen


Slide 8 - Diapositive

Noem de 4 productiefactoren

Slide 9 - Question ouverte

Productiefactoren en inkomen

Slide 10 - Diapositive

Pagina 18 vraag 1 maken (3 min)
De optelsom van onderstaande inkomens geeft de hoogte van het Netto Binnenlands Product (NBP = NBI).
Productiefactor
Soort inkomen
Natuur
Pacht
Arbeid
Loon
Kapitaal
Rente, Huur
Ondernemerschap
Winst

Slide 11 - Diapositive



De chipsfabriekant gebruikt de toegevoegde waarde om:
Loon, huur, rente, pacht te betalen + winst voor zichzelf

Dus: toegevoegde waarde = primair inkomen (Netto binnenlands inkomen NBI)

Slide 12 - Diapositive

Loonquote
Loon / nbi x 100

Loon = 100, rente = 50, pacht = 25, huur = 20 en winst = 10
Totaal inkomen in een land: (100 + 50 + 25 + 20 + 10) = 205

Loonquote = 100/205 x 100 = 48,8%

Slide 13 - Diapositive

Arbeidsinkomensquote (AIQ)
Loon + winst zelfstandigen / NBI x 100

Slide 14 - Diapositive

Werk voor dit uur (Afmaken)
Hfst 1

Paragraaf 2; Vraag 1,2,4 en 5
Paragraaf 3: vraag 1,2 en 4
Paragraaf 4: vraag 1,4 en 5


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo