De tekstkenmerken voldoen aan 4F.
De vragen hebben de volgende vaardigheden (kenmerken van de taakuitvoering) gemeten:
vraag 1 = interpreteren: tekstuele relaties
vraag 2 = interpreteren: tekstuele relaties
vraag 3 = interpreteren: bedoeling
vraag 4 = begrijpen: tekstuele relaties
vraag 5 = begrijpen: tekstuele relaties
vraag 6 = evalueren