De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
kenmerkend aspect:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
Slide 1 - Diapositive
Wat weet jij nog over de Industriële Revolutie?
Slide 2 - Carte mentale
'De industriële revolutie is een zegen voor de mensheid geweest'
mee eens
mee oneens
Slide 3 - Sondage
Slide 4 - Diapositive
In welke sector begon de industrialisatie?
A
textielindustrie
B
ijzerindustrie
C
de agrarische sector
D
voedselverwerking
Slide 5 - Quiz
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw
Slide 6 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Het in gebruik nemen van de stoommachine
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 7 - Quiz
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige huisnijverheid naar grootschalige massaproductie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine
Klassenmaatschappij en verstedelijking zijn belangrijke gevolgen
Slide 8 - Diapositive
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 9 - Diapositive
Stoommachine rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
Slide 10 - Diapositive
Waarom in Engeland?
Door verbeteringen in de landbouw (de agrarische revolutie) waren er minder mensen op het land nodig en de bevolking was gegroeid -> meer werkkrachten voor de industrie
De transportrevolutie; aanleg van waterwegen en later ook spoorlijnen -> zo makkelijk vervoer van goederen
Er waren veel rijke kooplieden die wilden investeren in nieuwe fabrieken en uitvindingen (kapitalisme)
Slide 11 - Diapositive
Wat was er niet geweest?
Slide 12 - Diapositive
Wat was er niet geweest?
Slide 13 - Diapositive
Verspreiding van de industrialisatie:
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Welke vragen heb je over de industriële revolutie?
Slide 18 - Carte mentale
8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen
Slide 19 - Diapositive
Welke politiek stromingen/partijen ken jij?
Slide 20 - Carte mentale
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Welke partij(en) hoort in Nl bij de volgende stromingen: - Liberalisme - Socialisme - Nationalisme - Conservatisme